C R A T A E G U S oxyacanthoides.
Stompbladige Haagdoorn•
Bloeit in bleu Tj
I c o s a n d r i a M o n o g y n ia , Iwintighelmigen 9 éènstijligen.
Natuurl. Bang volgens L in n . XXXVI* Pomaceae, Appeldragende. Bosaoeae, D e c a n d o ll e .
G e s l a c h ts K e nm e rk e n . Calyx 5-fidusj de Kelk 5*spleljg. Petala 5 ; vijf bloembladen, Drupa
infera, farinosa, 2—5-sperma; semina ossea. De steenvrucht onder de bloem, melig, met 2-^-5beenharcle
zaden. Styli 1—5 ’, de stijltjes 1—5 in getal.
S o o r te l ijk e K e nm e rk e n . Spinosa; doornig. Foliis glabris sublriüdis obtusis dentatis; de bladen
onbehaard 9 bijna driespletig, stomp en getand. JTJoribus subcorymbosis j de bloemen bijna tuilvormende.
Laciniis calycinis acutis de kelkslippen spits.
Deze soort van Haagdoorn schijnt in ons Vaderland tot dusverre met de gemeene Haagdoorn ver*
tvard te zijn. .V a n G e a n s ten minste, welke in zijn Spicilegiam, p. 3a en 33 gewag maakt
van de Craetaegus monogyna van J a c q n i n spreekt alleen van het 'verschillend getal der
stijltjes, hetwelk zeer wisselvallig i s , en voegt er bij, niet te gelooven, dat dezelve soortelijk
van de gemeene Haagdoorn verschilt, l ie t komt mij hierom waarschijnlijk voort dat v a n G e u n s
de hiernevens afgebeelde Crataegus oxyacanthoides niet zal gezien hebben, omdat hét verschil
van deze met de gewone soort een zoo oplettend natuuronderzoeker als v a n G e n n s niet ont*
slipt zoude zijn• In de Bijdragen tot de Natuurkundige 'Wetenschappen, Deel 111 stuk r. b l/a o .
heb ik het onderscheid van beiden uitvoerig opgegeven 9 hetgeen ten apzigte van Crataegus ojcya»
canthoides voornamelijk hierop neerkomt: d a t de bladen over het geheel grooter zijn dan in de
gemeene Haagdoorn en veel langer dan de bladstelen9 eirond-langwerpig, met drie tot
v ijf korte9 stompe én gezaagde lobben 9 welke verschillende vorm van blad in de afbeelding
duidelijk genoeg is. Het vruchtbeginsel a is daarenboven aan de buitenzijde geheel 'onbehaard
en niet zachtharig9 dis in de vorige soort• Het getal stijltjes wisselt in beide van één tot drie af*
G r o e ip l a a t s e n . Aan heggen en in bosschen*
Dezelve is door mij op verscheidene plaatsen rondom Groningen, doch zeldzamer dan de vorige soort 9
aangetroffen, èn zal waarschijnlijk op meer plaatsen in ons Vaderland voorkomen.
Huishoudelijk Gebruik* Al het nut9 dat van de Cr. oxyacantha vermeld is9 zal ook van deze
soort kunnen getrokken worden,