
M YOSOTIS ARVENSIS, Willd.
Akker Muizenoor.
Hoogduitsch. Acker Mauseohr. Vergiss mein nicht
Engelsch. Field Scofpiou -Grass.
Bloeit van Mei tot Juli/, cf
F e n t a n d r i a M o n o g y n ia ; Vijjhelmigen, êênstijligen.
Natuurl• Rang volgens L in n . XLI. Asperifoliae, Scherpbladigen. Borragineae, D e c a n d o lle .
G e s l a c l it s K e n m e r k e n . Córolla hypocrateriformis, 5-ficIa, subemarginata, fauce clausa fornicibus;
De bloemkroon bekervormig, 5-spïetig, een weinig uitgerand, de keel met honigklepjes gesloten. . Semiria
laevia aut echinalaj de zaden glad of stekelig.
S o o r te l ijk e K e n m e rk e n . C^°lg?ns R e i c h e n b a c h , bij wien deze soort M. intermedia genoemd
wordt.) Corollae limbo patulo; de boeket der bloemkroon openstaande. Pednnculis calyce fructifero^clauso
duplo longioribus ; de bloemsteelen tweemaal langer dan de kelk, die vruchtdragende gesloten is. Stylo
calyce duplo breviore; het stijltje tweemaal korter dan de kelk.
H et moeijelijhe geslacht Myosotis is in de laatste jaren met alle uitvoerigheidj behandeld door
f t e i c h e n b a c h , die in hetzelve talrijke soorten heeft onderscheiden. Zijne hoqfdverdeeling
is in die soorten met geheel vlakken boord der bloemkroon (limbo corollae explanalo), waarvan
tvij in onze Myosotis scorpioides een voorbeeld hebben, en in die met openstaanden boord der
bloemkroon (limbo corollae pat ulo) 9 tot welke laatste afdeeling de hier afgebeelde plant behoort•
De steng is opgerigt met openstaande haartjes, - welke even zoo op de bladen gevonden worden.
De bloemsteelen zijn veel langer dan de kelk, welke ook na den bloeitijd gesloten blijft en van
onderen met haakvormige , van boven met regie Jiaartjes bedekt is. Men ziet \de bloemkroon
met v ijf niet idtgerunde lobben van voren bij a , op zijde bij b; de kelk eenigzins vergroot bij
c en het zaad mede vergroot bij d. De plant verheft zich van 3 tot 5 palmen.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik 9 om openhartig te bekennen, dat deze de plant i s , welke ik
in mijne Flora Belgii Sept. p . / jo en r j i , Myosotis sylvalica (bosch Muizenoor) genoemd heb,
welke echter van onze soort door den geheel vlakken boord der bloemkroon verschilt. De echte
Myosotis sylvalica is mij door den H eer de Be ij e r als inlandsch in den omtrek van Nijmegen
opgegeven•
G r o e ip l a a t s e n . Op akkers, in tuinen en beschaduwde graslanden.
D e G o r t e r zegt, dat de Myosotis scorpioides & arvensis, die welligt dezelfde is, als mijne "plant,
in de zaailanden en hoven gevonden wordt. De Hoogl. V r o l ik zag haar bij Baarn; ik zelf zeer algemeen
bij Amsterdam, Utrecht, Groningen enz.
H u i s h o u d e l i jk Geb ru ik * Daar de Myosotis scorpioides en arvensis eertijds niet génoegzaam onderscheiden
en voor dezelfde plant gehouden werden, zoo hebben ook velen aan beide hetzelfde huishondelijk
gebruik toegeschreven. Dat van de M; Scorpioides hebben wij in onze Flora, No. aiö opgegeven.
Hoezeer de M. arvensis voorzeker niet onder de nuttige planten voor het vee zal kunnen
gerekend worden, zal zij echter voor hetzelve niet zoo schadelijk zijn, als de M. Scorpioides, omdat zij
op drooge gronden groeit, daar de M. Scorpioides vooral schadeb'jk wordt door hare natuurlijke standplaats,
aan de kanten van slooten en in vochtige gronden, zoo als op de bovengemelde plaats nader door
ons is aangewezent