
V E R O N I C A hcderifolia.
Klimop-bladige Eerénprijs.
Boogd. Èpheublaltriger Ehrehpreis , kleiner Gundermann , rother Meijer.
Engelsch ivy-leaved speedwell, small lienbit.
A'ederd. Bijnaam. Muur met veil- of klijf-bladea.
Bloeit in Gra s- én Bloeimaand, © .
D i a n d r i a , M o n o g y n ia ; T w e e m a i t n ig e n , E e n w ijv ig e tt;
Naluwl. Rang volgens L i n a XL. Personatae, Qrijmbloemigén.
G e s l a c h t . K e n m e r k e n . Corolla limbo 4-partito, Bloemkrans met een vierdeeligen boord, laCiü:«
ïnfima angnstiore, de onderste slip iets smaller. Capsula bilocularis, tweehokkige Zaaddoos.
S o o r t. K e nm . (Volgens B o r n e m an n Horthafn.) |$Wg uniflofis, met
ÉolHs cordatis, petiolatis , pednncnlo brevioribus, 3-5-lobis; hartvormige, &3ee „ ^ I b tu a m v d i
de Bloemsteel, 3 tot ö-lolbig. Laciniiï cidycinis cordatis, crtatis; hartvorm^ t>
Belbslippen, Cattle procumbente * hedertiggenden Steng*
& n . Bloem van natuurlijk. grootte, a , vergroot b. Re BloemlrdnS afzonderlijk, van
grootte, o. De Kelt, nadat de Bloem is uitgebloeid d. De voltomen rfpO Vrucht Met den
overgebleven Kelt e. Ben geopend tweezadig Ratje £ R e l Z a a d g.
De Wortel is vezélig. De Steng getuit, zachtharig De twee tegenover eilander staande Wortel,
bladen, (--ie i , i.) eirond, én geheel effenrondig. De onder-stengbladen tegen overetlanderen,
de Bladen boven aan den Stengen de Ta llen weerleerig. De middelste tobbe °°° f '
a l, 5- lobbige Bladen altoos groeier en ronder. In opens vruchtbare Heigronden zgn de Bladen
allen S-lobbig, hariger en regelmatiger, dan op beschaduwde of zandachtige gronden, van
welle de a f geheelde genomen i s , namelijl uit den Haarlemmerhout. Do Bloemstelen draadvor-
mig. De Kelkblaadjes ongelijt, een weinig grdoter dan de Bloemkrans, (zie lp b) puntig uit-
loopende, en aan de punten paarechachtig: de Bloemtran. uitgevallen j n d e , hetgeen spoecig
plaats heeft, tre ilen de KellUaadjes zich te zanten,, en de Keil wordt 4-hoeltg, zie d De
twee Zaadholjes tweelingswijze: e ll met twee groots, gendvclde zaden. De P M heeft dé
lengte van a tot 3 Red. Palmen, Waarop de grond, deszelfs gesteldheid en ligging, vooral
invloed hebbens
Bij vele Plantkundigen vindt Uien het 3- en 5 lobbige der Bladen; de tiarfvörmigé én niet eironde
Kelkblaadjes, en de e Zaden in e ll hokje, n iet onderscheiden opgegeven-, Waardoor men deze
soort vooral van dé aanverwanten ban onderscheiden.
JAlmaals heeft de Deer v . H a ll waargenomen, d a l de verdeêtingén van déri nog jongen Keil
eirond- lancetvormig zijn , maar broeder en hartvormig Worden lip het rppen der vrucht, hetgeen
bet verschil Van gevoelens der schrijvers deswege kan ophelderen.
G r o e ip l a a t s e n . Op Bonwakkers langs wegen en m Bosschen.
Zeer algemeen en in verschillende gronden.
H n i s h o n d e l i jk G e b r u ik is hiervan nog niet bekend.