
ARABIS Thaliana.
Zand Scheefhelle. ■
Hoogduitsch. Thalisches Gansekraut, kleiner Thurnsenf.
Engelach. Common Wall-Cress.
Bloeit in April en Mei. ©.
T eTRADYNAMIA , SlLIQUOSA J VlERMAGTIGEN, HAAUWDRAGENDEN.
Natuurl. Rang volgens L inn. XXXIX Siliquosae. Cruciferae, D ecandolle.
G eslacbts kenmerken. Calyx connivens, foliolis 2 majoribus, basi gibbisj de kelk toebuigend, met
2 grootere, aan den voet bultige blaadjes. Discus ovarii nudus vel 4-glandulosus j de vruchtbodem
naakt of met 4 kliertjes bezet. Siliqua longa, erecta, linearis j de' haauw lan g , regtstandig, lijnvor-
mig. Flores albi, de bloemen wit.
S oortelijke kenmerken. • Foliis radicalibus oblongis petiolatis, caulinis lanceolatis sessilibus j met
langwerpige gesteelde wortelbladen, de stengbladen lancetvormig en ongesteeld. Caule erecto , basi
h irto j de steng regtstandig, aan den voet stekelharig. Petalis calyce duplo longioribusj de bloembladen
tweemaal langer dan de kelk.
De wortel is tdkhig en vezelig, De steng regtstandig, een weinig getakt, aan den voet stekelharig
, even als de bladen. Deze zijn lancetvormig o f langwerpig, flaauw*getand o f gaafrandig;
de stengbladen ongesteeld, de wortelbladen gesteeld, bijkans spatelvormig, aan den grond aangedrukt.
De bloemen a zijn klein en wit. De bloembladen, waarvan er een is afgebeeldbij b ,
tweemaal grooter, dan de aan den voet bultige kelk. Men ziet de viermagtige meeldraden met
het stampertje bij c , de vrucht bij d , alles een weinig vergroot. De vruchtdragende steeltjes
maken bijkans eenen regten hoek met den steng en vormen in hunne vereeniging eindelingsche
trossen. De haauwen zijn flaauw vierkantig en doorgaans min of meer krom naar boven ge-
- bogen. Men ziet het zaad vergroot bij e. De plant verheft zich gewoonlijk ter hoogte van 2 '
o f 3 palmen, doch verschilt aanmerkelijk in grootte, naar hare verschillende standplaats.
Dikwijls is de p lant zoo klein o f nog kleiner dan d ie , welke wij■ naast de groote afbeelding in
eenen eenvoudigen omtrek bij f hebben aangewezen en schijnt dan veel overeenkomst te hebben
met de kleinere verscheidenheid, welke de G orter n° 563'vermeldt. Indien dit zoo is ,
moet ik aanmerken, dat deze vorm der Arabis Thaliana geenzins als eene bijzondere verscheidenheid
mag beschouwd worden, wijl dezelve alleen van eene minder goede voeding der plant
schijnt a f te hangen, en de tusschenvormen tusschen deze en de gewone gedaante der plant
tallooze malen voorkomen.
G roeiplaatsen. In opene zandgronden en op de duinen.
Zeer algemeen door het gansche land. De afgebèelde planten zijn gevonden op de hooge zandige
gronden van Helpen bij Groningen.