
HONKENYA peploides.
Porseleinbladige Honkeryya.
Hoogduitsch. Dickblattriges Sandkraut.
Engelscli. Sea Chickweed or Sandwort.
Nederduitsche bijnaam. Zee-porselein.
Bloeit in Mei en Junij. 2|*
DecANDRt4 , T rigynia j Tierhelmigen, driestijligen.
Natuurl. Rang volgens L ink. XXII. Caryophylleae, Anjelierbloemigen.
Gbuchts-kekmekken. Calyx 5-partitus; de kelk 5-deelig. Petala 5-integra; -rijf gave Bloembladenj
Glandulae nectariferae 10, filaraenlis altemantes; tien honigkliertjes, met de helmdraden afwisselende.
Capsula i-Iocularis, in falvas 3-dehiscens; de Zaaddoos i-hokkig, met drie klepjes openberstende. Se-
mina 3-5, grand iuscula$ drie tot -vijf groote zaden. v. H.
S oortelijke kenmerken. Foliis ovatis acutis carnosis; met eironde spitse vleezige bladen.
Men ziet bij a de geopende bloem van voren, bij b van achteren; bij c een bloemblad met drie
meeldraden afzonderlijk, om aan te toonen, hoe er tusschen iedere meeldraad eenè helder-gele
en vrij groote honigklier, aan den voet der helmdraad wordt aangetroffen. Men ziet bij d het
vruchtbeginsel, bij e de driekleppige zaaddoos, bij f het za a d ; alles in natuurlijke grootte.
B e wortel is kruipende en maakt lange ranken door het zand aan de zeekusten, welke zij hier-
door eenigzins bevestigt. B e steng is liggende, onbehaard, qan de uiteinden alleen opgerigt. —
B e bladen tegenovergesteld, ongesteeld, eirond, vleezig, met kraakbeenigen rand. B e bloemen
zijn zeer kort gesteeld; de kelkblaadjes ovaal, stomp, vleezig, even lang als de witte omge-
keerd-eironde bloemblaadjes. B e meeldraden zijn om de andere langer en korter en aan den
voet van elk derzelve is eene zeer duidelijke honigklier op den vruchtbodem geplaatst. Be zaaddoos
is groot, opent zich met 3 klepjes, en niet met 5 klepjes als in de meeste soorten van
Zandkruid (Arenarid) , en bevap van drie tot v ijf groote donkerbruine zaden. Be plant verheft
zich niet hooger dan een palm.
Het is te verwonderen , dat het geslacht Honken.ya van E hrhart door de nieuwere schrijvers en
vooral door Decandolle (in zijnen Prodromus) niet js aangenomen, terwijl de houding der ge-
heele p lant > de duidelijk ontwikkelde honigklieren op den vruchtbodem, het driekleppige der
zaaddoos, de bijzondere grootte en het gering aantal der zaden, deze p lant van alle soorten
van Zandkruid, waaronder het door Linnaeds onder den naarn van Arenaria peploides gerekend
wordt, genoegzaam onderscheiden. Ik weet niet, o f het geslacht HonkeDya van WiLin
denow voor o f na de Honkenya van E hrhart bekend is gemaakt.
Groeiplaatsen. Op zandgronden aan den zeekant.
Door de gorter opgegeven te groeijen aan het Zuiderzeestrand bij Harderwijk, in de duinen achter
Bergen en JVummenum buiten Alkmaar, te B elfzijl aan den Bollert; door meese bij Koehool, Byks-
hoek en elders in Vriesland,* door den Hoogl. kops bij Katwijk en Noord wijk aan zeej door den heer
dvmortier in Zeeland; door den heer vrijdag zijnen bij Scheveningen en aan den hoek van Holland;
door mijzelven in menigte gevonden op zandgronden aan de Zuiderzee hij Muiderberg, vanwaar de
afgeheelde plant genomen is.
H uishoudelijk gebruik. Het gansche kruid riekt naar visch. Gunner (Flora norvegica) heeft het bestendig
met gretigheid zien zoeken door Runderen, Paarden en Schapen.