
RUBUS HIRTIFOLIUS P. J. MULL. ET WIRTG.
Ruwbladige Braam.
Hoogduitsch : Borstenblattrige Brombeere.
Engelsch: Shaggy-leaved Bramble.
Bloeit: Juni—Augustus. 2J..
PI. 2083.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XII. Ord. III. Icosandria. Polygynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Bosaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. II, N°. 105.
Soortelijke kenmerken : Turiones arcuato-prostrati vel scandentes angulati, pilosi, interdum sparsim
et breviter glandulosi, aculeis aequalibus ad angulos dispositis mediocribus e basi dilatata compressa decli-
natis muniti; folia quinato-digitata, petiolo sparsim piloso, aculeis subfalcatis armato, supra plano, sti-
pulis linearibus; foliola omnia petiolulata, lata, minute serrata, supra opaca, pilosa, subtus subvelutina,
villoso-canescentia, adulta saepe glabrescentia; terminale ovatum vel cordato-ovatum, acuminatum. In-
florescentiae paniculatae brevis infeme foliosae pyramidalis ramuli patentes breves, villosi, sparsim aculeati
glandulosique, supremi brevissimi; sepala cinereo-hirta a fructu reflexa; petala elliptica; stamina stylos
superantia; torus pilosus; germina glabra, styli virentes; fructus sat magni ovoidei nigri.
Loten boogvormig-nederliggend of klimmend, kantig, behaard, somtijds een weinig en kort-klierig, voorzien
van gelijke middelmatige, op de kanten geplaatste stekels, die vanaf den verbreeden, samengedrukten
voet achterwaarts gericht zijn; bladen vijftallig hand vormig, bladsteel verspreid behaard, met eenigszins
sikkelvormige stekels bewapend, van boven vlak; steunblaadjes lijnvormig, blaadjes alle gesteeld, breed,
klein-gezaagd, van boven donker, behaard, van onder eenigszins fluweelachtig, witviltig, in volwassen
staat dikwijls kaal wordend; eindblaadje eirond of hartvormig-eirond, toegespitst. Bloeiwijze pluimvormig,
kort, van onder bebladerd, spits toeloopend met korte afstaande zijassen, behaard, hier en daar met stekels
en klieren voorzien, de bovenste takken zeer kort; kelkblaadjes grijs-behaard, bij de vrucht teruggeslagen;
bloemblaadjes elliptisch, meeldraden langer dan de stijlen; schijf behaard; vruchtbeginsels kaal, stijlen
groenachtig, vruchten vrij groot, eivormig, zwart.
Verklaring van de Afbeeldingen: a. Meeldraden en vruchtbeginsels; &. Bloemblad.
Groeiplaats: Oorspronkelijk bekend uit het Erdenbachsdal bij Bertrich in de B-ijnprovincie en door
Wirtgen uitgegeven in de eerste editie van zijn Herbarium Ruborum Rhenanorum onder N°. 178.
Nederland : Deze Rubus werd gevonden 11 Juli 1918 door de Heeren W. W. Schipper en A. de Wever
te Hoensbroek en wederom ter afbeelding in onze flora opgezonden.