
POLYPORUS LEUCOMELAS P.
Lichtzwarte Gaatjeszwam.
PI. 2018.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXIV. Seet. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk stelsel: Cellulares Myeetes. Ord. Polyporaceae.
. Geslachtskenmerken. Zie Dl. X, N°. 780.
Soortelijke kenmerken: pileo camoso, subfragili, difformi, sericello-squamuloso, nigro-fuliginoso,
stipite valido, inaequali, subtomentoso, concolore; poris majusculis, inaequalibus, cinereis, albidis. Stipes
nune curtus, tuberosus, 21/2 cM. longus, nunc 5 - 8 cM. longus, aequalis, intus quoque nigrescens; püeus
ad 5—8 cM. dilatatus, came alba, fracta rubente; pori in exsiccatis nigrescentes.
Hoed vleezig, eenigszins breekbaar, verschillend van vorm, zijdeachtig geschubd, zwart-roetkleung ;
steel stevig, ongelijk, eenigszins viltig, gekleurd als de hoed; poriën vrij groot, ongelijk, aschgrauw of witachtig.
Steel nu eens gebrekkig, knolvormig, 2% cM. lang, dan weer 5—8 cM. lang, gelijk, ook van binnen zwartachtig;
hoed tot 5—8 cM. zich uitbreidend, vleesch wit, bij het doorbreken rood wordend; poriën bij het
drogen i zwart wordend.
P. leucomelas (P.) Pr., S. M. I, p. 346, Epicr., p. 429 et Hym. Eur., p. 524; Sacc., Syll. VI, p. 58. Boletus
P., Synops., p. 515.
Groeiplaats: In dennenbosschen in Noord en Midden Europa, in Noord Amerika, Ohio in New England.
Nederland : Door Mej. C. Cool in een 4-tal exemplaren gevonden in de SchapenduineD te Bloemendaal,
op een heuveltje onder beuken en dennen. Ofschoon in voorgaandé jaren aldaar talrijke champignons
werden verzameld, werd deze voor onze flora nieuwe soort eerst thans ontdekt en. werd zij oorspronkelijk
voor Tricholoma saponaceum gehouden, waarmede zij aan den bovenkant veel overeenkomst vertoont.
Op de herfsttentoonstelling in Sept. 1915 in den Haag bevond zich eveneens een exemplaar van deze
zwam, waarschijnlijk uit de omstreken dier stad, terwijl de Heer Brakman een exemplaar inzond, gevonden
den 9en Oct. 1917 door den Heer W. G. Fijn van Draat te Zeist, met een breedte van 20 cm.
Dit jaar (1920) werd de champignon verzameld te Loenen op de Veluwe door den Heer E. K. van
Waveren, terwijl hij op de paddenstoelen-tentoonstelling te Zwolle vertegenwoordigd was van Lichtenbeek
bij Oosterbeek, gevonden door Dr. J. Zaayer Azn, van Bhenen, verzameld door Mevr. E. J.
Waller—Dykmeester en van HeDgelo, ingezonden door Mevr. Maas—v. d. Meulen.