
H Y P N U M L U T E S C E N S Huds.
Geelachtig Dekmos.
Hoogduitsch: Gelbliches Astmoos.
Èngelsch: Yellówish Hypnum.
Vruchtjes rijpen: In het voorjaar. 2J.,
Geslachtskenmerken. Zie deel XIII, N°. 990.
S oortelijke kenmerken : Caulis prostratus vel ascendens, rigidulus, plus minusve distincte pinnatim ra-
mulosus, ramulis. sursum vergentibus. Folia elongato-lanceolata, sensim longe et anguste acuminata, stricta,'
ramulina angustiora, omnia apice minute serrata. Capsula e collo erecto leniter cernua oblonge cylindrica
subarcuata ex ochraceo fuscescens, operculo rostrato. .
Stengel nederliggend of opstijgend, eenigzins stijf, min.of meer duidelijk gevind-vertakt; takjes naarbovên
gerigt. Bladen verlengd-lancetvormig, in een lange smalle spits uitloopend, regt; die van de takjes smaller,
hier en daar min of meer eenzijdig, allen aan den top fijn gezaagd. Zaaddoos met een opgerigten hals,
zacht gebogen, langwerpig rolrond, min of meer boogvormig, roodbruin of donker bruin; dekseltje gesnaveld.
Dit mos is vooral gekenmerkt door zijn groengele, glanzige, lange, spitse, rimpelachtig gestreepte blaadjes;
de stengel is vrij regelmatig gevind, de takjes staan meest regthoekig van den stengel. — In het uiterlijk
vormt het een sterke tegenstelling met H. purum, in welks gezelschap het veel gevonden wordt. — Syn.
Camptothecium lutescens. Br. et Sch.
V erklaring d er A f b e e l d in g : a. de plant; b. tak, vergroot; c. c. bladen, yergr.; d. bladvoet 100 m.
vergr.; e. bladspits, 100 m. vergr.; f. takblaadje, vergr.; g. g. krans, vergr.; h. id .; met den vruchtsteel,
vergr.; i. kransblad, vergr.; Tc. Tc. vruchtje, vergr.; I. dekseltje en huikje, vergr.; m. mondbeslag met de
tanden, 100 m. vergr.; n. sporen, vergr.
Groeiplaats. Op drooge steenachtige plaatsen, aan boschranden en in kleine boschjes, over. geheel Europa.
zeer algemeen.
N ederland. Algemeen op zand- en veengrond, op de duinen, in weilanden, op akkers, muren en
daken, enz;
Omstreken van Haarlem, Overveen , Gt. Bentveld bij Zandvoort, Spoel bij Kuilenburg, Blaauwkapel, Diemen,
Kampen, Zalk, Walcheren, Zuid-Beveland, Rosmalen, omstreken van Deventer, Zwolle, Maastricht, ’tLoo,
Doornspijk, Harderwijk, Nijmegen, Groningen, Heikop bij Vianen, Ootmarsum.
Op de Haarlemsche duinen zeer algemeen, doch niet overal met vrucht. Het afgebeelde ex. is van de
Overvêensche duinen afkomstig.