
S A X I F R A G A G R A N U L A T A L.
Knollige Steenbreek. — Haarlems Klokkenspel.
Hoogduitsch: Knolliger Steinbrech. Weisser Steinbrech.
Engelsch: Grainrooted Saxifrage. White Saxifrage.
Bloeit: Mei—Junij. 2|.
Stelsel van Linnaeus: 01. X. O. II. Decandria Digyma.
Stelsel van De Candolle: Vasculares Dicotyledoneae. Ord. Saxifrageae.
Geslachtskenmerken. Zie Dl. V. N°. 322.
Soortelijke kenmerken. Caule erecto pubescente viscoso ramoso-corymboso paucifolio, foliis radicalibus
reniformibus lobato-crenatis, petiolatis, petiolo canaliculato, caulinis cuneatis 3—5 fidis, calyce semisupero,
petalis oblongo-obovatis calyce duplo longioribus, radice granulata.
Stengel opgerigt, zacht behaard, kleverig, een takkigen tuil vormend, weinig bebladerd; wbrtelbladen
niervormig, gelobd-gekarteld, gesteeld; bladsteel gevoord; stengelbladen wigvormig, 3—5 spletig; kelk half
bovenstaand; bloembladen langwerpig-omgekeerd-eirond, dubbel zoo lang als de kelk; wortel met kleine knolletjes
bezet.
Groeiplaats. Op grazige plaatsen; aan de randen van bosschen; over geheel Europa.
N ederland. Bij Leiden, Wassenaar, Valkenburg (Z.-Holl.), Nijmegen, Dordrecht, Eindhoven. (Groningen,
Leeuwarden, Hoorn). Prodr. Flor. Bat. Kornjum (Flor. Fris.) St. Pietersberg bij Maastricht. Hu go de Vries.
Haarlem, v. E.
Het afgebeeld exemplaar is gevonden op de vestingwerken van Nijmegen, door den Heer Th. H. A. J.
Abeleven aldaar, die het ter afbeelding in de Flora welwillend heeft afgestaan.
Gebruik. Deze plant was in oude tijden als de Witte Steenbreek bekend; de wortelknolletjes werden
als geneeskrachtig en vooral voor de nieren en tegen den steen heilzaam, hoog geacht. Vandaar ook hare
namen »Saxifraga” en »Steenbreek”. Sedert lang echter is zij niet meer in gebruik, omdat zij bleek die
eigenschappen niet te bezitten. Eene verscheidenheid met grootere gevulde bloemen schijnt in de
middeleeuwen reeds als sierplant gekweekt te zijn en heeft zich in oude bosschen bij Haarlem en Leiden
vrij sterk voortgeplant.