
V O O R B E R 1 G T
voor deel XIV van de FLORA BATAVA.
Bij de meer en meer toenemende moeijelijkheid. aan de voortzetting der FLORA BATAVA
verbonden, acht ik het een voorregt, dat dit veertiende deel binnen den betrekkelijk korten
tyd van vier jaren is kunnen voltooid worden.
Met weemoed breng ik hulde aan de nagedachtenis van mijn Vriend Prof. F. A. W. Miquel
die, zelf eenmaal redacteur der FLORA, mij door de herhaalde bewijzen zijner goedkeuring zoo
dikwijls in mijn arbeid heeft aangemoedigd.
Ook aan mijne voorgangers, de Heeren Prof. H. C. van Hall en Dr. J. E. van der Trappen
breng ik voor hunne belangstelling in mijn streven mijn hartelijken dank toe. Niet minder geldt die
dank aan de Heeren Prof. C. A. J. A. Oudemans, Prof. VV. F. R. S uringar, Dr. C..M. van der
Sande Lacoste, R. Bondam, Th. H. A. J. Abeleven, en aan zoo vele andere belangstellende
vrienden en beoefenaren der Botanie in de verschillende streken des lands, die mij van tijd tot
tijd de door hen gevonden belangrijke planten hebben gezonden.
.De teekeningen zijn allen door den Heer A. J. Kouwels te Leiden gemaakt, en aan zijn ijver
en naauwkeurigheid ben ik verschuldigd, dat de bezwaren, verbonden aan het afbeelden van levende
planten, die dikwijls uit afgelegen streken des lands verzonden, een betrekkelijk verre reis hadden
gemaakt, voor een groot deeLzijn te boven gekomen. Het op steen brengen is door den Heer Kouwels
zelven, het kleuren onder zijn opzigt geschied, en ik vlei mij dat onze platen het bewijs leveren van
de waarde van uit de hand gekleurde afbeeldingen in vergelijking van de voortbrengselen der chro-
mohthographie, die wel is waar schitterender zijn, maar wat planten aangaat, dikwijls minder overeenkomstig
waarheid en natuur.
Wat de beschrijvingen aangaat, heb ik zoowel aan de systematiek als aan de plantengeograpbie
gelijke zorg besteed , en vooral ook dit laatste gedeelte meer uitgewerkt dan zulks tot heden in
de FLORA heeft plaats gevonden. Ik hoop daardoor tevens eene nuttige bijdrage geleverd te