
IBERIS AMARA L.
Hittere Scheefbloem.
Iloogduituch: Bittere Schleifenblume.
Engdsch: Bitter Candy Tuft.
Bloeit: Junij—Aug. o*
Stelsel van Linnaeus: Cl. XV. 0. I. Tetradynamia Siliculosa.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae. O. Cruciferae.
Geslachtskenmerken. Silicula a latere comprcssa, ovalis vel obovata; loculi monospermi; valvulae navi-
cularcs dorso alato-carinatae. Petala valde inaequalia, florum exteriorum radiantia.
Hauwtje zijdelings zaamgedrukt, éirond of omgekeerd-eirond; hokjes eenzadig; klepjes schuitvormig, op
den rug gevleugeld-gekield. — Bloembladen zeer ongelijk, die der buitenste bloemen straalvormig uitgespreid.
Soortelijke kenmerken. Herbacea, foliis oblongis obtusis in petiolum cuneato-attenuatis antice utrinque
bi- tridentatis, dentibus ovatis obtusis, floribus corymbosis mox racemosis, siliculis racemosis suborbiculatis
erena emarginatis, lobis triangularibus acutis porrectis.
Kruidachtig. — Bladen langwerpig, wigvormig tot een bladsteel versmald, van voren ter wederzijde twee-
of drietandig; bloemen eerst tuilachtig met eironde, stompe tanden, daarna in trossen; hauwtjes in een
tros, min of meer schijfvormig, aan den top uitgerand, met driehoekige, spitse, opgerigte lobben.
Onderscheidt zich van de I. umbellata L. voornamelijk door de van voren breedere, getande bladen, de
meer trosachtig geplaatste bloemen, de lossere, niet schubachtig over elkaar geplaatste vruchtjes en de witte
kleur der bloemen. ■
Verklaring der afbeelding. 1 , 2 , 3 Bloempje; 4 vruchtje (vergroot).
Groeiplaats. Deze plant schijnt evenals vele harer geslachtsverwanten oorspronkelijk op de steenachtige,
zandige velden en kalkhoudende gronden van Spanje, zuidelijk Frankrijk en Oostenrijk. Vandaar heeft zij
zich noordwaarts verspreid over Duitschland tot Hannover, noordelijk Frankrijk, Belgie, Nederland en
Jcngeland, in welke landen zij alleen op akkers en bouwlanden voorkomt. — Zij is in Italië niet algemeen
(Bertoloni) , ontbreekt in Rusland (Ledebour) , in Scandinavië (Fries) , in de Levant en zuidoostelijk Europa
(Boissier) , in Ierland (Moore) en in Noord-Afrika (Desfontaines).
Nederland. Tot heden slechts zeldzaam en sporadisch gevonden. — Zwolle, Werkendam, Nunen (.Prodr.
Fl. Bat.) en bij Nijmegen (Abeleven). De afgebeelde planten zijn mij welwillend toegezonden door dén Heer
Th. II. A. J. Abeleven, die ze in Junij 1871 in de vestingwerken buiten de Hemelpoort te Nijmegen heeft
gevonden,'