ïo ö
n a c h t - v l i n d e r s .
pen-eijeren bezet zijnde, welke nog niet uitgekomen zijn, ze
alsdan met een korreltangetje (luk te knijpen; te meer deed ife
dit deze Rup s , om dat de Heer K l e b m a n , met eene aatw
teekening, in het bovengenoemde werk van den Heer R öse e ,
fchrijft. dat zijn Ed: er eens eene gevonden heeft volwasfen,
doch zoodanig met een Muggenbroeifel bezet, dat zij niet meer
gevreten heeft en ook niet tot de verandering gekomen iS
tot mijne vreugde ontdekte ik zulks aan deze Rups niet, doch
zag daarentegen met leedwezen, dat zij van hare vier groots
voorpooten er eene bezeerd had en deze lam was; dit ongemak
maakte mij vreesachtig o f ik wel gelukkiger in het bekomea
van eenen volwasfenen Vlinder zoude zijn dan de Heer Rosei,
en of dit gebrek niet wel oorzaak zoude kunnen zijn, dat de
Vlinder kreupel te voorfchijn zoude komen; daar nu de Rups
reeds begonnen had zich in te fpinnen, was er geen tijd te
verliezen o f zij moest afgeteekend, en dus het infpinnen arn
haar ten minden nog eenen Dag verhindert worden; ik nau
haar dus uit het begonnen fpinfel, en zij ging weder aan het
loopen, waardoor er gelegenheid w a s , nog onderfche.dene
wijzen van haar loopen en zitten te zien, zoo als zij zich bij
- J x x x Fis. i , a en 3 , op Tab XXX. in drie verfchillende danden ver-l
m m ü f toond. Alhoewel deze Rups bij mij niet meerder gevreten heeft,
twijfel ik echter niet of zij zal zeker Hazelnoten-bladen tot voed-l
fel gebruiken, gelijk de Heer R ö s e l fchrijft, als ook Eikenj
en Beukenbladen, en volgens het Hoogduitfche werk van at
Heer B o r k h a u s , over de Europefche Vlinders, wordtzi)
ook op de Lindenboomen gevonden.
S- 3-
De Rups nu afgeteekend zijnde, had de vrijheid zich in®
ipinnen, het geen ik hoopte dat fpoedig gefchieden zoude,f
l/tmittTwF.ETlÉGEZiiuïerÈEB.s'VE.BEme,.PJF.T.XXY.XXXÏ t
dat’haaf deze -doornis en' dit oponthoud niet mogt hinderen -
bij deed dit ook den volgenden Dag, fpinnende twee bladen op
elkander, en wêhzoo d.gt dat men er hoegenaamd niet tusfchen
ponde zien; het was ons met mooglijk waar te nemen, hoe lamr
m nog onveranderd bleef liggen. Drie * vier weken daarna
pok ik het hovende blad er a f, roen vertoonde zich het fpülfi|
izelve als Ftg. 4 , bijna g e h e e l w ita c h t ig van k le u r ; d it fo in fe l F k 4.
p n ip te ik o p e n , en v o n d daarin e en fraaije le v e n d ig e P op
geheeld op Tab. XXXI. bij Fig. 5 , zijnde zeer donk« van Tab.XXXt.
?kienr. pig, 5 .
$ •4.
I De Pop goed levendig zijnde, en in het mihde niet kreupel,
had dus geen hinder van den lammen poot der Rups; ik hoopte
nu daaruit een gave Vlinder te zien geboren worden, en daar
mede gelukkiger te zijn dan de Heer R ö s e l , wiens Vlinder
H l B lk wlerd 00k in B verwachting niet te leur
genelt, doch moest ruim negen maanden geduld hebben fH
U d e de Vlinder eerst in het laatrte f der nmatld S M 1 gende jaar, geheel gaaf, nit het Popvlies te voorfchijn- zeer
B E H hy in den looPenden o f rustenden (land,’ zijne IBM 200 H aan B I ££ Zien is’ die o n d e r d®% I
E r I flBBB Ee HIB teekeDln^en ien v°lPï“ dat g e id e e I te d e r on d e rv leu - o p d e b o v e n v le u -
f e lk L ! B " ÖUiten van b e id en d e v le u g e ls te g e n
L.. r' 7 en 8 , (le lt d e v lie g e n d e g ed a an te voor ;?■ . a
pk Uit r»e ee,Me H l naar eenen Mannetjes-Vlinder, die H ? BBBHB B B 8 ■ B nieuw
K k u n n e zeer BI ^ BB! SB h M ls ’ zÜnde bet onderfcheid poedig aan de fpneten te onderkennen, heb-
Mannetje gekamde, daarentegen het Wijfje onge*
^ c 3 kam*.