N A C H T - V L I N D E R S .
f t I Iti
18
als zij' zich ook na de tweede vervelling bevonden, hebbende
toen op het vijfde lid aan .weerszijden een zwart flipje
Fig. q. Tig- 3. ftelc eene zodanige Rups voor; na de Derde vervelling
het gene van de voorfpoedigften, reeds den Julij was,
geleken de zwarte flipjes op het vijfde Lid reeds meerder naar
kndbbeltjes , en na de vierde Huidverwisfeling, dat in het
laatste dezer maand gebeurde, waren, dezelve geheel in knob-
F A. beitjes veranderd, zoo als aan de volwasfene Rupfen, Fig 4.
en 4. en 5. duidelijk te zien is; mijne Rupfen nu hare volle grootte
bereikt hebbende, kroopen ook weldra in de Aarde, waarin zij
in Poppen veranderde, om wederom als Vlinders te voorfchijn
te komen, het gene ik in de volgende Zomer verwachten, dan
het geheele Jaar 1809 verliep zonder dat ik het genoegen had
een Vlinder te zien , en nu terwijl ik dit fchrijf, zijnde
Mai 1810, is ’ er van dezelve nog geene te voorfchijn geko-
mèn, echter zijn mijne Poppen nog levendig, en hebbe dus
nog hoop hier uit Vlinders te bekomen, het gene ik in eene
vólgende Verhandeling niet zal nalaten den Liefhebberen me-
detedelen.