■ J. NHet
is ten minften twee maal in het jaar 3at önze'VlitïderS zich
vertonen bren.gei.de den Winter,door als Rups, uit w elke ovct-
winterde Rupfen, de Vlinders in het Voorjaar te voorfchijn komen
die dan weder paren -en Eijeren leggen, waaruit in. den Zomerde
Vlinders verfchijnen. en de Rupfen welke uit de Eijeren komen
door deze laatfte Vlinders gelegt, brengen weder den Winter in
dien ftaat door; wanneer nu den eenen o f anderen Liefhebber deze
Vlinders eens wil voorttelen, dan is het beste dezelven te vangen
in het Voorjaar en plaarte dan twee, drie o f meer bij elkander in
een glas. leggende de Wijfjes -zeer-geredelijk hare Eijeren, waaruit
fpoedig de Rupsjes komen en men zijn verlangen, om gave en
ongefchondene Vlinders-te .hebben neg.du hetzelve jaar voldaan
vindt, daar doch meestentijds de Vlinders welke men uit de Poppen
bekomt veel fchooner. zijn ailsidie welke memvangt, zijnde deze
laatfte dikwijls min o f meer befchadigt, en bijna nooit zoo fterk
en blinkende van kleur.
8*
Om nu degeheele huishouding van onsitegenwoorcjig voorwerp
te bekomen, ving ik in de maand Mei.eenige Vlinders, en.plaatfte
deze bij elkander in een,.groot,Zuikerglas, waar ik te voren eea
klein zoodje gras in..gezet had, bindende het.glas van boven met
.gaas digt. De -volgende , dag zag ik reeds .eenige. Eitjes .hier ea
daar aan de grashalmtjes.zitten, en.ook tegen het. glas en het.gaas,
____ alle enkeld gelegt, afgebeeld -op.Tab.,j&PtI, Fig. i . ,in,de -l®'
Tab. XX^L tuu[1y ke gr0Qtte> en hij,JVg. a doorde-Micwscopp^dzien, zijnfc
Fig. i a< zeer j.taa- gerjp)Cj ) en groen van kleur.
yan-de E e r s t e B,e n b e . P . I K Tak, X J F I . qt
> 4-
Spoedig kwamen de Rupsjes te voorfchijn, want maar acht
dagen bleven de Eijeren onuitgekomen leggen; aanftonds begonnen
zij aan het gras te vreten, en groeide nóg al redelijk v jo r .
fpoedig, zoo dat zij in het laatfte der maand Juny volwasfen
waren, hebbende toen dejgrootte als Fig.a. en zijnde groen van
klegr, zoo als zij van het Ei af geweest waren; den laatften Juny
hing de eerfte zich aan haar .achtérëinde op, en veranderde in een
groen Poppetje, zoo als men bij Fig. 4. zien kan,
S-5-
Gedurende het opyoeden der Rtipsfen, waren er velegeftorven,
zoo dat ik , toen zij volwasfen waren, er maar zeven had overgehouden,
deze hingen zich nu, de eene voor, de andere na,
aan het achtereinde op, en veranderde alle zeven in Poppen,
waaruit ik nu hoopte even zoo veel Vlinders te bekomen, in welke
hoop ik ook niet wierd tejeu rgefteld, en waarna ik ook niet lang
behoefde te wachten, ngint dqn 14= July begon het eerfte Poppetje
van kleur te veranderen, en tjvee dagen daarna kwam de Vlinder
te voorfchijn, en„vervolgens de overigen; bij Fig. 5 en 6. ziet
men twee dezer nietfppaardige Vlinders, beide in de vliegende gedaante
afgebeeld, zijnde den eenen ietsdonkerder van kleur als den
anderen; om nu o o i t je .vleugels vgn'onderen te kunnen zien,
zoo ziet men bij Fig. 7. een Ioopende Vlinder. Het onderfcheid
der kunne is niet anders als aan de meerdere dikte des Lijfs van
net Wijfje kenbaar.
I ^ 2' zeide ik dat ons voorwerp zich ten minften twee maal
in et jaar vertoont, om dat het wel, naar mijne gedachten, in een
warmen zomer drie maal konde wezen, want de Eijeren welke ik
van mijn gevangen Vlinders bekwam, legde, zoo als uit het
Y a bo-
F>g- 3'
Fig. 4.
Fig. S&.6.
Fig. 7.