N A C H T - V L I N D E R P
waardoor men aan het fpinfel niet zien kan, o f de Vlinder
’ er reeds uit is of n ie t; dezelve eigenfchap heeft ook het boven
befchrevene fpinfekje van het Vischftaartje, ■ doch dit is
van voren en van achteren bijna even. dik, zoo dat het aan dit
zoo goed niet te zien is ais aan ons tegenwoordige, zij verdienen,
echter daardoor beide ailezjnts onze opmerking - en bewondering
van de wonderen G ds in de minst geachtfie Schepzelen»
2* 3- ‘
In het Werk van den Heer u.ösel in het Eerfte D e e l ,
vierde Clasfe der Nacht-Vlinders Tab. 111. is ons tegenwoordig
voorwerp insgelijks afgebeeïd en befchreven, alwaar
zijn Ed. §. 3. zegt: uit de meeste Poppen dezer fosrt kwamen
binnen veertien dagen de Vlinders te voorfchijn, hoewel zommige
drie Weken blijven leggen; Ingevolge hiervan verwachte ik fpoe-
dig de! Vlindertjes te zullen zien, ik zag dus van tijd tot tijd
o f er ook een Vlinder was uitgekomen, doch de eene W e ek
verliep na de andere , ja zelfs verliep de eene Maand na de
andere, en ik zag geene Vlindersj ik knipte dus den
Maij des volgenden Jaars een ipinfeltje open., en bevond in hetzelve
een goed levendig Poppetje, hebbende dus nog hoop de
Vlinders te zien, en waarin ik ook niet wierd te leur gefield',
komende de Vlindertjes omftreeks half Junij' te voorfchijn,
hebbende dus in plaats van twee o f drie W ek en , ruim tien
Fig. d. Maanden in het Popvlies beiloten gelegen, bij Figd. ziet men dit.
Fig. e• fraaije groene Vlindertje in de vliegende gedaante; en bij Fig. e.
in den lopenden fiand; Eijerenhebbe ik van deze Vlindertjes niet
kunnen bekomen, anders zoude ik niet nagelaten hebben ook.
daarvan de afbeelding te geven.
^ % %
* *
* *
m
ER.MT1 NT)J
X1IL
f r 'yT ° ~