L ed e r lan d sch e in se c ten .
I BESCHREVEN e n a f g ë b e e l d .
■ V I E R D E DEEL.
ZESDE VERHANDELING
[ O V E R D E
| N A C H T - V L I N D E R S ,
ytm het T we ede Ge z in der E er s t e Bende,
d e d r o m e d a r i s .
P. IV . Tab. VI.
$• i-
0 g g |6 a a r de namen -van de bekende viervoetige Dieren, Ka~
meel en Dromedaris, heeft men zeker afgeleid de namen
van de Rupfen, welke even als deze Dieren, met
bulten op den Rug voorzien zijn ; van deze foorten
tin Rupfen, is 'er in het Eerfte D e e l, Vierde Stuk, Tab. XII.
rieds eene afgebeeld, nu zal.eene tweede het onderwerp dezer
Verhandeling uitmaken, hebbende vier bulten , daar de eerfte
waar twee op den Rug heeft, en ook veel zeldzamer als de
aerfte gevonden wordt. In het Latyn draagt hetzelve den «aam
van Dnmedarius, kunnende dus geen gefchikter nsam aan dit
Sifectinhet HollSndsch gegeven worden, als Dromedaris.
$ 2. .
I Op den zden September, eenige jaren geleden, zocht ik met
jiiijtien Zoon in den Haarlemmer Hout, naar Infecten, en hadden
het genoegen twee Rupfen te vinden, van ons tegenwoordig
Voorwerp," de eene ééns, en de andere driemaal verveld, maar
lot ons leedwezen flterf de eene, doch hadden daarentegen het
%enoegen, uit de andere de Vlinder te zien ten roorfehyn komen,
E SS