jtfö
en reeds vroeger op de eerfte Plaat van het Tweede Deel
dezes Werks afgebeeld is. Meer dan de helft grooter dan die,
is onze tegenwoordige, zijnde met de Papt Niabe de beide
grootfle Paerl d?Amour- Vlinderfoorten, die bij ons te lande
gevonden worden, terwijl mij onder de óverige Eoropefchet
flechts twee o f drie fborten bekend zijn, die dezelven in grootte
overtreiFen. Deze Vlinder is b j; de liefhebbers algemeen
bekend , onder den naam van Aglaia, eene der drie bevalligheden
der ouden, en alzoo zeer gefchikt gekozen, om zijne
fchoonheid aan te duiden; dezen naam dan ook behoudende,
heb ik denzelven, Be Agtaja - Vlir.dcr genoemd.
£• 2.
In de maand Mei-, eenige jaren geleden, mij met eeneii
mijner vrienden ter Infekten-vangst, in de nabijheid van het
Dorp Waverveen bevindende , -ontdekten' wij twee ons toen
noo onbekende Rupfen , de eene derzelve op de Viola Canina,
o f Honds - v iool, de andere op de Cardims Heltnioides, Aland-
bladige Distel} offchoon beide deze Planten In dien omtrek
vrij- menigvuldig groeiden , en wij ons vele moeite gaven toe
het vinden van meerdere dezer fraaije Rupfen, mogt ons.
zulks evenwel niet gelukken } wij vergenoegden- ons. dus in de:
hoop, daar de Rupfen ons toefchenen volwasfen te zijn, weldra.
Vlinders daarvan te zullen, bekomen.
J- 3 -
Mijne eerste zorg was, te huis komende, het doen vervaardigen
eener Afbeelding van beide mijne Rupfen, van
welke dan ook de grootlle zich reeds den volgenden dag aan
de punt van bet achterlijf, aan den rand van een blaadje, ter
verandering had opgehangen, terwijl ik de andere, na die nog
eenige dagen levend te hebben gehad, zonder dat dezelve iets
in wasdom meer toegenomen had, tot mijnefpijt dood vond} ilc
vestigde dus nu alléén mijne hoop op de eenige mij overgeblevene
Rup s , die dan ook, weinige dagen daarna, veranderde in
eene fraaije, hoekige, zeer fterk gekromde Pop, op Pt.
X L V I I Fig. 3, afgebeeld, terwijl lig. 1. ons de Rups zelve
voordele, in zoodanige houding geplaatst, dat de als uit
menigvuldige blokjes zamengeflelde gele ftreep over den ru g ,
duidelijk zigtbaar is, en de ifte Figuur daarentegen ons de
andere kleinere Rups op zijde doét zien.
S* 4- ( Hj
Tot mijne blijdfehap vond ik mij cKn ook in mijne hoop
niet te leur gefield, daar acht dagen na de verandering, uit
deze Pop de Vlinder te voorfchijn kwam-; de reeds vroeger
door mij, uit de vergelijking mijner Rupfen, met de
Afbeeldingen van a u n i a en r ö s e l . gemaakte voóronder-
ftelling, dat dezelve, die der Pa^iUo-Agtaj» zijn zouden,
vondl