Fig.
In het Latijn draagt deze Vlinder den naam van Comphni,
naar gedachten om dat dezelve geheel glad en zonder eenige gt.
figureerdheid is, ik zal hem dus in naarvolging hiervan noemm j
de Gladde Winder.
In de Maand Junij des gepasfeerden Jaars, vond.mijn Zoons.
Muiderberg eenige Rupfen, van onderen aan de ftammen det.j
Tab. X V I . g[pe Boomen, waarvan ’ er een afgebeeld is op Tab. X V I . Fig ij
fommige vraten aan het mos dat op de Rammen zat, wij gaven
haar ‘dus te huis~ komende ook van dit mos te - vreten > doch een
voornaam Liefhebber berigte ons dat zijn Ed. deze Rupfen,
wel op de Duin Rofen Rofa Spinojiijima gevonden had, mjj
gaven dus dezelve Rofenbladen waarvan zij ook met graagte
nog eenige Dagen vraten, „lpinnende zich in het begin van ie
Maand Julij in, makende maar een luchtig fpinfel, op den bodem
van haar verblijf, tusfchen eenige blaadjes, en veranderden daar*
in tot Poppen zoo als Fig. i . vertoont. .
§ 3*
Veertien dagen na de verandering, kwamen de Vlinders ree»
Fig. 3. en 4. te voorfchijn , bij Fig. 3. en 4 ziet men een Mannetje en WïjfjV
Fig_ 5. ia de vliegende gedaante, daarentegen fteld Fig. 5. den lopef
Üen ftand voor; het onderfcheid der kunne is alleen, aan de>.&•
te van het lijf te onderfcheiden , zijnde dat van het Mannetje;
van achteren meerder gepluimd , als dat van het W ijfjei
Eijeren hebbe ik hier van niet kunnen bekomen , dewijl
JrVijfje, gevangen zittende, dezelve bij mij niet heeft gelegt.
Fig- 2.
i
•
Lm ■ ... • - ’ ■ '
f - K
W - f i
I I