ly rW T P f
1
11 m N A C H T - V L I N D E R S.
geheel onbekende Rups, te zullen zien te voorfchijn komen',
bedrogen zoude zijn; ik legde haar op een Eiken blaadje neder,
en zag met verwondering eenige oogenblikken daarna, dat het
vocht dat aan den kop* was blijven zitten , er- weder introk;
Ik drukte hierop- met den vinger- op het voorfte gedeelte
der Rups, waar- door er- weder-vocht uit den kop kwam,
nog metrJtr als er ingetrokken was, echter zorgde ifc dat het
nü niet van den kop- afviel, en- met dr-ukken tiitixtheide toen ik
dacht dat het er zoude afdruipen; ik had haar nu in mijne
hand genomen, en behield haar in de-zelfde geftake gedtw
rende het drukken en zoo lang dit vocht zigtbaar w a s , . dat na-
eenige lecondens weder- in den kop trok; ik legde haar nu,
weder op het blaadje , en-na eenige minuien onbeweegbjk-
gelegen te hebben , rekte zij zich' op eens weder uit ,.
keerde zich om-, en- begon, tot mijne blijdfchap en verwon-»
dering,. oogenblikkelijk weder te vreten., en heeft van hec
voorgevallene verder hoegenaamd geen let zei gehad , maar-
groeide vervolgens voorfpoedig • hebbende den i9den Augustus
$ i . aen 3 .d e gedaante en grootte als fig. a en 3.
§• 3-
Mijne Rups nu volwasfen zijnde, begon zij zich den-ftiflê»
Au*b
Augustus in te fpinnen op de aarde onder de bladen, en veranderde
den aófte daaraanvolgende des morgens in eene Pop
afgebeeld op Tab, X X X V I . fig. 4. Tab. XXXVI.
Fig. 4.
I gf
Negen maanden hierna zijnde den zjften Mei des volgenden
jaars, kwam de Vlinder te voorfchijn, het was ‘ een Wijfje
afgebeeld fig. 6 . in den vliegenden en fig, 7. in den loopenden Fig. ff. en r .
Hand; fig. 5. daarentegen is vervaardigt naar een Mannetje? Fig, 5.
Vlinder, mij daartoe door den Heer d’A il l ij alhier, nic
zijn Eds. verzameling ter leen gegeven ; hec onderfcheid
der kunne .is. alleen aan het achterlijf zigtbaar,. zijnde dat
vsn het Mannetje meerder gepluimd dan dat van het W ijfje ,
en het lijf van het laactte eenigzir.s dikker, dan dat van;
hét Mannetje.
Toen' mi de Vlinder uit de Pop gekomen w a s , zag ik dat
hij dezelfde fbort was, waarvan ik e r , een paar jaren
te voren, in de maand Me i, eene buiten Harderwijk
gevangen had, welke ook een Wijfje was, hetgene den vol-
G g 3 genl
rm