• * C ® > © f t
NEDERLANDSCHE insec ten.
b e s c h r e v e n e n a f g e b e e l d .
V I E R D E DEEL.
V IE R -EN-TWINTIGSTE VERHANDELING,
OVER DE
N A C H T - V L I N D E R S ,
! vm het T w e e d e G e z i n der E e r s t e B e n d e ,
d e p o p u l i e r - v l i n d e r .
P. IF . Tab. X X ir .
I !• i*
[ I n het Eerste Deel van het Infectenwerk van den Heer
s 8s e i , de Tweede Clasie der Nacht-Vlinders, Tab. LX .
[ is eene Rups en Vlinder afgebeeld, welke zekerlijk ons te-
j genwoordig voorwerp zal verbeelden, deze Achtingwaardige
Natuuronderzoeker, heeft zieh in de Befchrijving van deze
Vlinder een weinig tegen geiproken, en zekerlyk het begin
daar van gegist, en geenzins bij ondervinding gehad, zeggende
zijn Ed. „ dat deze Rups in den Zomer en Herfst uit
[ j) het Eij komt. en den Winter door in het leven blijft,”
en aan het -einde van de tweede § , lpreekt zijn Ed. dit
V, tegen;,.
«