Vlinders hebbe ik wederom verdeelt in twee Benden, zoo als I
ook de Nacht-Vlinders, en ieder Bende van deze laatsten I
wederom in twee gezinnen, om aldus ware het mogelijk niet alles I
door elkander te plaatzen', zoo dat de Vlinders van 10 , i - en 16 I
pootige Rupfen, onderfcheiden zouden zijn, kunnende men ook I
bijna ahoos aan de Vlinder zien, uit welke foort van Rups I
dezelve gekomen is , breedvoeriger hebbe ik mijne verdeelmg I
in het eerste en tweede deel, van dit werk befchreven, doch I
»er zijn weder middel-ïnfeéten, welke het eene gezin aan het I
andere, de eene Bende aan de andere, ja zelfs het eene ge- I
flacht aan het andere verbinden, zoo als ons tegenwoordig voor- I
werp aangtmerkt kan worden, een verbinding?-Infedt tusfchen de I
Dag- en Nacht-Vlinders te zijn, dewijl men de Span-Rupfen I
o f Meters mder de Naeht-Vlinders rekent, zoo moest ook het I
Popje, daar onze tegenwoordige Rups in veranderd, als dus- I
danig zijn, maar neen, dit is zoo niet, want hetzelve wijkt ge- I
heel van deze regel a f, en is volmaakt een Dag-Viinder-Popje, I
en we l, volgens mijne verdeeling, van de tweede Bende.
J, n.
Funetaria of Gefliffelde is de naam welke aan dezen Vlinder I
«egeven w i fd , zekerlijk om dat de bovenvleugels der Vlinders
mee vele ft ppen vercierd zijn 9 kunnende ook zeer gelchikt
by dezen raam door de eene liefhebber aan den anderen worden
opgegtven.
J. 3-
In den jare iS07. ontving ik in de maand September, van
den Heer pi e t e r veen te Haarlem, waarvoor ik zijn Ed.
hierbij openlijk bedanke, eenige volwasfene Rupfen, zeer on-
derfcheickn van kleur, afgebeeld Tab. X. Fig. 3. en 4. eenige
n 4 -weinige dagen daarna, fponnen zij tot mijne verwondering
even als ceDag-Vlinders van de tweede Bende, het achtereinde
vast, en een draad dwars over het lijf, en veranderden alzoo
tot poppen, waaruit in de maand M a i, des volgenden jaars,
de Vlinders kwamen.
S* 4-
Mijne Vlinders, nu bij elkander gezet hebbende, hoopte ik
>er eijeren van te zullen bekomen, het gene ook gebeurde,
leggf nde de Wijfjes hare eijeren meest enkeld, echter ook
I wel'twee of drie bij.elkander, Fig t. is de natuurlijke grootte
■* en
en. Fig 2. door hét Mikroskoop geaien, zijnde licht geelachtig Fig. %.
wit van kleur, met langwerpige kuiltjes.
■ S‘ 5-
Nagenoeg acht dagéri d'ezè eijeren gelegen hebbendé, kwamen
de Rupsjes reeds te voorfchijn., zijnde licht geel, met zwarte
bandjes, vier of vijf dagen, na dat zij het ei verlaten hadden*
Vervelden zij reeds voor de eerste maal, ën wederom na verloop
van even zoo keel dagen, Voor de tweede keer, blijvende
ba deze tweede htiidverwisfeling nög geelachtig, met zwarte o f
bruine bandjes, doch na hafe derde verwisfeling vah huid, welke
eene week na de tweede gefchiede, bekwamen zij nagenoeg
dezelve kleur, zob als ze zich volwasfen, na: nog eenmaal verveld
te zijn, weder met 'een tuSfchëntijd van zeven o f acht dagen,
vertoonden, en zoo als Figi 3. en 4. dezelven voorfteld. Fig. 3 en4.
S> f t
Den gelen Junij, Wis het eerste Rupsje iiitgekbmen, en den
4den Julij fpon de eerste zich het achtereinde vast, en eea
draad over. het lijf, en veranderde twee k drie dagen daarna
in eene Pop. Deze Poppetjes Behielden bijna dezelve kleur als
de Rupfen geweest waren, zoo als Fig. 5. en 6. doet zien, Fig. en ft
zijnde het eéne van eene groene , eft het andere van eene
gedachtige Rups*
§■ TSpoedig
kwamen nü wederom de Vlindefs te voorfchijn, en
Wel den I4den Julij de eerfte, en vervolgens de overigen; Fig. 7. Fig. 7.
Verbeeld een W ijfje en Fig. .8; een Mannetje, het onderfcheid Fig. if.
der kunne is zeer gemakkelijk aan de lprieten te zien, hébbende
het Mannetje gekamde, het Wijfje daarentegen gladde
fprieten»
S* 8.
Toen ik de eerste maal deze Vlindefs had, ontdekte ik
eenig onderfcheid in de tekening op de Vletigels, beflaande
hierin dat ’ er Vlinders bij waren welke op ieder vleugel een
Vvit. vlakje hadden, orh dit te doen zien,. ziet men bij Fig. 9. p/g- p t
een Mannetje afgebeeld, welke op ieder vleugel een wit
vlakje heeft, ’ er waren ook even zulke Wijfjes bij, o f dit nu
«en bijzondere foort is, dan o f het maar eene variëteit is,
H a kan
\