134
N A C H T - V L I N D E R S.
Ik heb vervolgens getracht door eenigen dezer Vlinders
bij elkanderen te zetten -die te doen paren, om daarvan
Eijeren- te betomen., doch vond mij'hierin bedrogen;
niet alleen d a t, zich geene mijner Vlinders gepaard hebben
, zoo als zulks ook fteeds zeer moeijcüjk gaat.,., bij
Vlinders van het geflacht .waartoe deze foort behoord ,
wanneer zij zich namelijk te eng opgefloten bevinden ,
«aar ook fbierven zelfs ..alle mijne Wijfjes, zonder een eitje
te hebben gelegd. Zeer vermoedelijk ecjiter is het dat
deze zoude» hebben overwinterd , en de jonge Rupsjes
daar uit eerst in het volgend voorjaar ;te voorfchijn zijn
gekomen, zoodat zich deze Vlinder maar eenmaal in het
jaarr en wei in het midden, der Zomer vertoond; onbekend
is het mij .alzo» ook of de Rnpfeh zich ook
met wortels van anderen gewasfen Voedert, hetgeen evenwel
itidien men de levenswijze van andere gelij kfoortige
Rupfen nagaat, met zeer. veel waarfiihijnelijk-
its» zich gisfen laat.