Kil lal XL
M m I
lEm I f i l i i b I,
■ i m : ■ É i i i
w^* H f iiliMvM1 ilïïlll '' Mil 1) wt l 1M1 K a B l f l f
v - M
m m i i i
jP l Ml l i l l i l !
genaamd Pumilata, welk woord misfchieh afkomfhg is , vnr, I
tullus, Ijec geeq in pnze taal betekcntii/fuVztf, offchpon onze Vlin.
der niét van liét kteihfte foort z i j ; de' andere Vlinder in onzen
Verhandeling voorkomende, w.ordt in liet Latijn genaamd pn.
pugnata, beteekenendé in bet HoljandschP'oorvecSter o f Kamptal,
ter, dock„wie.,zoude d£. Vlindertje, den moed êens Voor- of
Kampvechters.durven toekennen? daar hij even zoo nedrigtoni-
zwerft als alle andere Vlinders; hoe zullen wij dan nu onze'
tegenwoordige Voorwerpen in het Idollandsch noemen, moetett
wij nu hierin ook naar willekeur te werk gaan? Neen, wij
zullen hier toe de kleur of het voedfel in aanmerking nemen, en
noemen dus de eerfte Vlinder dezer Verhandeling, De griju
yitrfUp-i&ter, én de andere Ós Kaol-Meiér,
§ h
Voor jt wee of .drie Jaren, geleden, in dé maandOctober eeni-
ge Rupfen bekomen hebbende, bruinachtig van kleur en eikei
bladen vretende, voede ik dezelven zoo lang als erdezeBlw
den nog te bekomen waren;, maar daar zij zeer langzaam groei
den,. dacht mij reeds, dat zij wel den winter zouden ovetblïM
ven, zoo alsook bleek, -geen meerder eiken.bladen kunneadi
bekomen, bleven zij ftilz itten , tot,in,het volgende, vóoifad
to enik haar wederom nieuw voedfel konde géven, bégotinêd
zij o pk als het ware eerst goed te gróeijen, en bereikten ia®
Tab. XXlX.Ffimd Juni) ‘hare volle grootte, zoo .als. g f y ' g op Tab. XXIR
Fig. 3. d u a ,zien, zijnde niet onaardig geteekent, 'hebbende pp W »
gendp, lid o f ring een figuur, in de 'gedaante van een hartje-of
tiriehoek', en. zijnde naar achteren- lichter van kleur als ri
voren.
m
i 3r.
I Toen nu in de maand Jünij de Riipfén volwasfen waren,'
Ifponnea zij zich in, en veranderden in Poppen, zoo ais Fis. 4.Fig.
lep onze plaat er eene vertoont.
§■" 4-
f Ruim drie weken na het veranderen der Rupfen in Poppen,
I kwamen de Vlinders te voorfchijn-, de eene wat lichter en de
[andere wat donkerder van ltlear, Fig. 4. fielt er eene voor in
de Vliegende gedaante, kunnende men op ieder vleugel zeer
[duidelijk het zwarte flipje óndërieheiden, ' het gene bij de overige
grijsachtige gele kleur véél afftéèkt»
$ 3 ‘
I De eerfte Vlinder die bij mij hét pop vlies verlaten had, was
[reeds geftorven, voor dat de anderen te voorfchijn kwamen,,
en zoo ging het mét dé drié VÜirders wélke ik bekomen heb,
[ik kon dus dezélven niét bij elkander zetten om te paren, ech-
[ter had ik het geluk; dat èr één efehige Eijeren leide, waardoor
[ik in ftaat ben, ook hier van de afbeelding aan den Liefhebberen
te kunnen mëdedèelen; Fig. i . is de natuurlijke grootte,
[en Fig. 2. door het Microscoop gezien, zijnde even als een
vingerhoed met kuiltjes; deze Eijeren, dewijl de Vlinder niet
gepaard hëd, verdroogden eerlang, doch ik zoude denken dat
pis dezélven bevrucht geweest, en de Rupsjes m'tgekomen wa*
|fen', zij dé winter wedêï zouden hébben moeten doorbrengen ,
pm in het volgende jaar Vlinders te worden.