SP
N A C H T - V L I N D E R S .
een aanhoudenden droogen Zomer moet verdorren > doeh
néén, ' het groeit en verdroogt niet , hebbende de alwijze
Schepper , aan deze foort van- Gewas het vermogen gegeven
, om niet alleen een droogen Zomer maar zelfs vele achtereenvolgende
Jareri , zonder vocht te kunnen blijven leven »
beginnende,, zoo dra het dit weder bekomt, als van nieuws te
herleven en te groeijen, zoo is ?er ook door die zelfde wijsheid,
voedlél ingelegt, -genoeg om het Sehepfel door zijne
goedheid op hetzelve geplaatst te kunnen voeden, hoe fchraal
o f droog het ons ook moge toefchijnen, en het is op dit
Gewas, dat ons tegenwoordig voorwerp zich ais Rups onthoud,
en van het Eij. af tot deszelfs volle grootte t o e , mede voed,.
waarvan de Latijnfche naam Lichenaria ontleend is , en het is
ook ingevolge hiervan, • dat ik hetzelve noeme De Mos - Meur.
,2-
De Heer f i e t e uv e en te Haarlem, had de goedheid
mij in de maand Juny twee volwasfene Rupfen van ops tegenwoordig
voorwerp te zenden, waarvoor ik zijn Ed„ hierbij
Fig‘ 3, opentlijk mijnen dank betuige: bij Ftg. 3. op Tab. X V . ziet
Tab. X V . men dit fraaije Rupsje kruipende op een ftruikje mos, uit
welke- afbeelding men oordelen kan,, hoe moeijelijk hetzelve
in de vrijheid te vinden is , om redenen, de kleur van het
Rupsje, en van her mos, zoo veel met elkander overéénkomen,.
doch om nu het Rupsje in deszelfs gedaante beter te
Tig 4» kunnen zien, zoo vertoond Fig 4- dit fraaje diertje van het
mos afgpnomen» & 3"
van Het T weede Gezin der T weede Bende , P. IV. Tab. XV. $t
5 3-
Mijne ontftngene Rupiën, volwasfen zijnde, Iponnen zich
nóg in de zelfde maand in, tusfchen het M o s , en veranderden
in Zwartachtige Poppen, Fig. g. vertoond eene dusdanige Pop.
2- 4*
Het duurde niet lang of de fraaije Vlindertjes kwamen te
voorfchijn, hebbende bijna drie weken in. het Popvlies beflo-
ten gelegen, Fig. 6. vertoond het Mannetje en Fig. 7. het.
Wijfje;, het onderfeheid der kunne is gemakkelijk te onderle
id e n , hebbende het eerfie gekamde en het laatfte draadvormige
fprieten..
2- 5-
Eenige dagen voor dat mijne Vlinders uitkwamen, had de
Heer a. d^a i l l e te Amfterdam, een W ijfje gevangen, het
gene eenige Eijtjes le id e , en waarvan zijn Ed. de goedheid
had, mij er tien- ten gefchenke te geven , waarvoor ik
hierbij openlijk bedanke , hebbende ik nu door dit gefchenk
de geheele huishouding van dit fraaije Infect;. deze Eijtjes
ziet men bij Fig. 1. in derzelver natuurlijke grootte en bij-
Fig. 2. door het Mi croscoop gezien, zijnde groen van
kleur, en z-eer aardig gefigureerd;, eenige dagen na dat ik
dezelven ontvangen had , wierden zij bruinachtig,. zijnde een
zeer goed teken van bevrucht te zijn, het geen de uitkomst
eok bevestigde, komende de Jonge Rupsjes, op den ccriten
Augustus-te voorfchijn.
M 2. § s t.