van het Tweede Gezin der Eerde "Bende, P . 1V . Titb.XLV. 153
n a c h t V L I N D E R S ,
Pceds jints verfcheiden jaren. was mij dit Meet £ | ^ | | |
Rups zoo wei als VKnder beleend, want veeltijds vond ik de Ropfen,
o f bekwam 1 dezelve van andere liefhebbers der Infecten-ku de.
Daar ik echter v d e : reden had om te veionderffielled, dar deMannetjes-
Vlinders met meer dan één Wijfje paren, wilde ik gaarne de Befchni-
ving en Afbeelding van hetzelve zoo lang «tdeHen. tot ik 1: g -
noegzaam aantal Vlinders bij elkander konde bekomen om m.j daar-
vanSmet zekerheid te overtuigen; doch hierin konde.ik niet tot mijn
genoegen dagen; dit M i echter gepasfeerde Jaar door den Heer
T r i c h t , te Dordrecht, verzekerd, en zulks obk zelf menende
ongemerkt te hebban, bed«* ik nu Ae afb|eldiiig van-dw, zoo md.m
defTaat van Rups als in dien van Vlinder, fraaije Infect, aan de liefhebbers
mede te deelen,
§ m ■ hI leg^zij6hare^Kjeren, dikw.jls op het
order, op en over 2 voeden met
jonge Rupsjes uit deze u g andere Boombladen,
C-« — vierde van hare volle grootte, ieolqQS m naderende voorjaar
zooveel mooglijk verbergen , t£s,enwoördig Voorwerp h'aohiza-
af wachten; en het is hierin dat Q g .. R* ^ offchoon ter
kelijk van de
zelfder tijd tut de Etjeren ' jjte/jpwne gedaantezijn;
overigens komen ^ i M B. J f itm ,
mij in het tweede Deel, onder den naam van Wit-Vlak Vlinder be-
fchreven, gelijkt zeer veel naar onze tegenwoordige, met dat onder-
fcheid..echter, dat zij aan de zijde nog lange borstels heeft, die de
Gonmtigmd Rupfen misfen.
$■ '4-
De meesten dezer Rupfen derven in den gevangenen (laat gedurende
den winter, het geen zich met veel waarfchijnelijkheid veronderfiellen
laat dat ook iii de vrije natuur het geval z i j , althans in het voorjaar
vindt men dezelven in merkelijk minder aantal dan in het najaar,
waartoe echter ook veel kan bijdragen dat zij van hunne geboorte af
tot aan den wintertijd gezellig blijven leven,'doch zich na dezelve
meer uit een begeven, zoo dra het nieuwe groen te voorfchijn koomt;
hetgeen even zeer omtrent de Wijfjes als Mannetjes Rupfen geldt en
dus ter verfpreiding dezer foort veel toebrengt, daar het Wijfje zelve,
zeer traag zijnde, veeltijds op de plaats van hare geboorte fterft.
Van deze tijd af nu beginnen zij meer te vreten en weliger te groei-
jen, en zijn doorgaans in den tijd van 4 3 6 weken volwasfen, verwonende
zich dan als Fig. 1 en 2, op Tab. X C V , welke beide af- ^ 7 /
beddingen echter naar Wijfjes Rupfen vervaardigd zijn; die der ^ '
Mannetjes komen daar mede in allen opzigte volkomen overeen , be- j _
halve dat zij doorgaans ruim j kleiner zijn.
§• 5.
Hare volle grootte bereikt hebbende, vervaardigen zij zich hier of
daar in een hoekje, een fpinfel, om in hetzelve tot Pop te veranderen,
bedienende zich hiertoe van hunne hairen, die zij met haar fpinfel
vereenigen. Bij Fig. 3. op onze Plaat ziet men de afbeelding van p,g. 3.
een Mannetjes Pop uit het fpinièl genomen; de Poppen der Wijfjes
zijn grooter en dikker, zoo als ik er een bij de Wit-Vlak afgebeeld
heb, anders hebben zij ook de kleur der Mannetjes Poppen.