t?4 N A C H T - V L I N D E R S .
de afbeeldingen' van twee Wijfjes-Vlinders, de eene iets donkerder
van kleur dan de andere, zijnde de kleur geenszins altijd dezelfde,
eh loöpf vatt röZënfood tot bruin fötStijds Biet eénen fchoonen groene
gloed, welkeh laatften ik voornamelijk bij de hajaars Vlinders meende
te kimflen opmerken; met de kleur der Mannétjes-Vlinders is het al
even zo o , deze zijn echter veeltijds iéts kleiner dan de Wijfjes.
Fig. 6. Fig. 6. is de afbeelding van eéh Mannetje, het groote onderfcheid
in fpriêten en achterlijf doet de beide kunnen zeer duidelijk Van
elkander onderfcheiden.
Met deze Vefhandëüng tharts hét vierde Deel van mijn Infekten-
werk eampleet zijnde, zal ik Weldra met het Vijfde Deel eenen aan-
Vang iBakett, hopende dat de Voorzienigheid mij gezondheid ter
voortzetting vart dezen arbeid fchenken zal, en mijn lust daartoe
door eenè Voortdurende bélangftelling van de zijde der Liefhebberen
inogè worden aangemoedigd, en ik hunne behulpzaamheid blijven ondervinden,
in het aan mij mededeèlèn Vah hög niet door mij befchre-
vene Rtipfen en Vlinders, gelijk ik dezelve voor dit Deel veelmalen
heb ondervonden, en waardoor ik dok nu reeds in ftaat ben met
eehige in ons Vaderland zeldzame foorten het volgende Deel aan te
vangen , Onder welke vooral drié gfóote en fraaije Vlinders in aanmerking
komen, a.s de Bnmlyx Perficoloria, Tau en Quèrcifolia, diè
dan ódk ten Onderwerp der eerst volgende Verhandelingen zullen
dienen.