© « @ > o 8g
n e d e r l a n d s ch e in s e c t e n .
b e s c h r e v e n e n a f g e b e e l d .
V I E l DE DEEL.
ZE S-EN -TW IN T IG S TE VERHANDELING,
O V E R DE
D A G - V L I N D E R . S ,
»wj E e r s t e B e n d e .
H E T H O O I È E E S T J E .
P. IV. Tab. XXVI.
J n het Werk van den Heer J a c o b l’ A d m ir a l , Naauwkea-
rige waarneming omtrent de veranderingen van vele Infecten, is ons
tegenwoordig Voorwerp afgebeeld en befchreven en aldaar genaamd
bet Hooibeest j e , om redenen zegt zijn E d ., dat de Kapelletjes veel
» bij het Hooi worden gevonden, en geen wonder, dewijl de Rups-
» jes op het Gras leven, tusfchen hetzelve zich vast fpinnen en
.. aldaar hare geheele verandering ondergaan, zoo kunnen zij ook
» ligt met het afmaaijen van het Gras onder het Hooi raken” ; en
daar ik geen redenen weet om deze naam te veranderen, maar in
tegendeel zeer goed'vind, zoo zal ik denzelven behouden; in het
Latijn wordt de Vlinder meestentijds genaamd Nephele, doch ook
wel Pamphilus.
Y