5®
bij de afbeelding van die Rups, zekerlijk een misflag was
voorgevallen, want dat de Rups bij zijn Ed. op Tab. XXXVb.
veranderde in . den Vlinder op Tab. XXXVa. en dat de Rups
van deze laatfte Tab. dan zekerlijk inden Vlinder van de eerde
Tab. zoude veranderen, het gene ik nu ook bij ondervinding
hebbe gezien , zijnde’ thans in de ge'egenheid aan de Liefhebberen
de geheele huishouding van deze Rups en Vlinder
te kunnen mededelen, welke ik op de volgende wijze ben
machtig geworden,
1 |
In de maand Julij 1809, ontvingik van den Heer F. C. Dhcgum
te Dordrecht, waarvoor hierbij zijn Ed. openlijk bedan-
ke, een doosje met eenige Eijeren, waarbij zijn Ed.mi j
het volgende melde: „ Den 2Üfte Julij een Wijfjes VJin-
„ der uit een Pop bij mij gekomen zijnde en in een doos
met gaas overdekt gezet hebbende, kwam ’er na verloop -
„ van korten tijd een Mannetje b ij, het gene ik ving, en
„ bij het Wijfje in de doos plaatfte, dat ook ogenblikkelijk met
„ hetzelve paarde, waarna het Wijfje den zelfden avond
,, nog hare Eijeren begon te leggen, welke zij niet vastlijmde
„ maar
y maar al vliegende en lopende liet vallen. Deze Vlinder
■ „ wordt bij vele Liefhebberen genaamd De HagekeU en is
door den Heer R ös el afgebeeld, de Rups op Tab. XXX Va,
» en de Vlinder op Tab. X X X V b , in hét eerde Deel van
„ zijn Inlêiften werk»”
De naam Vaïï Hagehitd word zekerlijk aan dit infect gege*
Ven, om dat de Rups zich veel met Hagedoorn geneert;
hoe wel dezelve ook nog zeer vele andere bomen en planten
vreet, ik hebbe haar met willige bladen van het Eij af tot
hare volle grootte toe gevoed, en eer. ander Liefhebber heeft
’er gepasfeerde Jaar eenige gevonden op een Eikenboom
waarvan ook zekerlijk de Lacijnfclie naam Ouercus zijn oor-
fprong heeft
5 B
D|> Tab. XVII. Fig. j ; ziet men een dezer Eijeren in de
natuurlijke grootte en bij Fig. % vergroot, zijnde bruin van
Meur en niet onaardig gevlakt o f gemarmerd. Na dat ik
deze Eijeren nog eene maand bewaard had, kwamen de
Rupsjes uit dezelven te voorfchijn, Fig. 3. vertoond een zoodanig
Rupsjej aanmerkelijk is de grootte van <üc Diertje in
& P a .ver;
Tab. X v m
' Fig. 1.
Fig. a,'