U I
74 D A G - V L I N D E R S .
Dag-Vlinder is , z&o is'hët.riaar mijh gedachten doch beter
dat iedere Vlinder eene eigen naam heeft.
■
In het Infectetr-Werk van den Heere R ösel, IV D e d ,
Tab. XIII. Fig. 4. is eene Rups afgebëëid, en op Tab. XVlIf.
Fig. 4. een Vlinder, wélke ik niet twijfel of deze Rups en
Vlinder zal ohzë tegenwoordige verbeelden, Zijnde de overige
Rupfen en Vlinders op Tab. XIII. afgebeeld, zekerlijk dat
foort, in het Latijn genaamd Cinxia, en welke IK hSop in
eene volgende Verhandeling mede te btefchrijven en aftebeelden.
§• 3- ; - ' ;
In het jaar 1 8 1 0 , den tuften April, ontfing ik van den
Heere P. V e e n , të Hdarlem, eënige Rupfen, waarvan twee
Tab XXII ü afëébeèld 1 1 | H Flg’ i 1 ■ B i ■
r i f ! » hare volle grootte bereikt; zijn Ed, had tevens de goedhe.d
mij te melden dat haar voedfel was Plantago Lanceolata, of
feialbladerige Weegbree; ik verzuimde niet haar dadelijk van
dit gewas te voorzien., het- gene echter niet lang nodig was,
want reeds den tweede Mai hing de eerste zich aan het achtereinde
op en veranderde drie a vier dagen daarna in een Pop,
• Fig. 3. afgebeeld Fig. 3-
§• 4-
Zes weken na dat mijne Rupfen in Poppen veranderd waren,
Fiv. 4. kwamen de fraaije Vlinders te voorfchijn, afgebeeld Fig. 4- 111
Fie r den lopenden Hand, daarentegen Fig. 5- in de vliegende ge-
° daante; bijna, gelijktijdig de Vlinders uitkomende zoo plaatfte
ik Mannetje en W ijfje bij elkander, op hoop zij mogten eens
willen paren en eijeren leggen, echter twijfelde ik hieraan, om
redenen deze foort van Vlinders, gevangen zittende het eenezoo mm
als het andere willen doen, en het gebeurde ook niet, zij vlogen
van Se E erste Beitde. 7 5
wel in de vlügt waarin ik dezelven geplaatst had heen en weder,
dech mijn hoop wierd niet yoldaan, zij wilde niet het gene ik
gaarne had, en hierbij om haar naam denkende kwam mij het
fpreekwoort! in de gedachten, Detia invit a vinandum tien est,
en óm de Vlinders te dwingéh zoo als men de honden nog.
zouden kunnen doen, ging inliet geheel niet, ik moest haar dus
maar laten begaan > daar kwam ook niets van, zij iticrveo eerlang
zonder het eeh noëh het ander gedaan te hebben.
5' &
Tót dus verre deze Verhandeling gereed hebbende, zoo
berïgtë mij een vóórnaam liefhebber dat zijn Ed. dit.jaar in de
Zomer, een dezer Vlihdereri buiten Haarlem een Eitje had zien
leggén zijnde rónd en geheel zwart Van kleur, echter was
die dóór zeker toeval verloren geraakt, ik zoude anders, daar
ik dit zeker van zijn Edi ontvangen had, niet hebben nagelaten
hiervan de afbeelding insgelijks te geren,
§. 6.
Het overwinteren van die Infect twijfel ik niet Of zal als *
Rups gefchieden, vooreerst, om dat ik deze Rupfen volwasfen
ontfirtg in de maand April, en dus te vroeg in het Voorjaar,
°m toen reeds vart.het Eij a f na de Winter die grootte bereikttê
hebben, en ten andere, om dat ik , terwijl ik dit fclirijfen zijnde
reeds in-de maand September, van de Heer A , D’a i l l .y alhier,
ontfangen heb eenige kleine Rupsjes, door zijn Ed. eênige.
dagen geleden, gevonden op de Plantago Lanccoïata en op de
Hieracium Pilofella, zijnde na mijn gedachten nog maar
eenmaal verveld, en hebbende nu reeds volmaakt de kleur
gedaante als onze afgebeelde volwasfene Rupfen, ik twijfel
dus
C) Met onwillige Honden is kwaad jagen*