<0 NACHT-VI. van 't T weeBe Gaas (/«vE ers te Bende , P . 1V. T. 111.
S 2.
Den Söften M e i , vondt mijn Zoon buiten deze Stad op IJpen,
eenige Rupfen, “gro«* 'gettrwpt met zwarte flippen, dezelve waren!
naar gedachten tweemaal verveld , zo als de voerQ>oediglle hir.nen
Tab. TIJ. veertien dagen dit nog tweemaal deden, Fig. i . op Tab 111. vertoond.
Fig. i . eene dusdanige.Rups volwasfen.
§• 3-
De eerlle gedaante-verwisfeling nu reeds naderende, begon zich!
de voorfpoedigfte 'Rups den 811e Junij, tusfchen twee bladen in te|
fpinnen, welk ipinfel ik den 15de dito openbrak, en bevond dat de--
Fig, 2. zelve in eene Pop veranderd was, afgebeeld Fig. 2. zijnde met eene.
blaauwe fchimmel of dauw overtogen, waaronder dezelve eene bruine j
Fig. 3. kleur heeft, zo als Fig. 3. ons de Pop voorlleld.
5 . 4-
Niet lang blijven deze Poppen onuitgekomen leggen, o f de niet
onaardige geteekende Vlinder komt uit- dezelve te voorlchijn, want
reeds den iaden Julij, dus maar bijna vijf weken, na het infpinnen,
Pig. V kwam de eerlle Vlinder bij mij uit, Fig. 4. vertoond ons dit weer.
Fig, 5. lóós Diertje in de vliegende gedaante, daarentegen Fig. 5. in den loor
penden ftarid, zeer veel onderfcheid is er in de kleur der Vlinderen,i
fommigeh zijn bijna zwart, daarentegen wéder andere bruinachtig,
zo als de afbeeldingen doen zien. Gaarne zoude ik ook de Eijerenj
hebben afgebeeld, hadde ik dezelven maar bekomen, ik plaatste wel!
Mannetjes’ en Wijfjes bij elkanderen, maar zij wilden niet paren noch!
. Eijeren leggen, ten minsten hebben zij het laatste niet gedaan, en ik
ben dus hiervan verltoken gebleven, dezelven zouden zekerlijk over.
winterd hebben, dewijl mén dé Rupfen niet anders als in ’ t voorjaar
Vindt, zo als ik zelfs verfcheidene malen ondervonden heb.