a<? D A G - V L I N D E R S .
Tele overeenkomst met denzelven heeft, echter bij. nader onderzoek
bevindt men dat het een geheele andere is , in het Latijn
genaamd L . Album, zijnde aldus genoemd naar liet teeken dat
de Vlinder van ónderen op deszelfs ondervleugels beeft , en
■ waarvan ook onze tegenwoordige de naam van C. Album bekomen
heeft, echter is hij ook algemeen bij de Hollandfche naam
van Gehakkelde Aurelia bekend.
In het Infekteni werk van den Ileere Rö s e l , in het eerftè
de e l, eerfte clasfe , der Dag-Vlinders, Tab. V . is ons tegenwoordig
Infekt insgelijks befchreven en afgebeeld.
!• »•
Oen 1 A u g u s t u s , 180 8. ontfing ik van den W e l-E delen
Heere d e w o l f v a n w 'e s t e e r o d e , te Harderwijk,
waarvoor ik hierbij zijn Wel-Edele mijnen dank betuige, drie
Rupfen, ’gevenden door Mejufvrouw zijn W e l-E d . Dochter,
eenige dagen te voren op de Kruis-Beziën, aanftonds erkende
ik dezelven voor Rupfen van de Gehakkelde Aurelia, en hoopte
dus nu hierdcor in de gelegenheid te z ijn, wanneer deze Rupfen
in Poppen veranderden, en de Vlinders daaruit voortkwamen, den
liefhebberen de afbeelding en befchrijving van deze fraaije
en in ons: land onder de zeldzame behorende Vlinders, te
kunnen mededeelen, en de uitkomst beeft aan. mijne verwachting
ook voldaan, en mijn geduid behoefde geene lange uitrekking
te. verdragen, dewijl in dezelfde maand, de Vlinders nog
te vQorfehijn kwamen.
$* »
Öp Tab.- IX. Fig. i en 4. ziet Hien de af bëelding vati de Tab. ÏX.
volwasfene Rupfen, welke in der daad fraai zijn, en b e h o - 11 en
rende zeker ondér de bijzondere gekleurde Rupfen, zijnde de
eerfte vijf ringen op den rug zwart met bruirte banden en dé
overige zeven ringen licht appel-bloeifem van kleur-. Aardig
vertoont zich- ook de kop van deze Rups, hebbende een
hartvormige gedaante, en van boven op ieder punt een fclterp
dorentje, van de Rups bij Fig. 2. afgebeeld, ziet men zeer Hg. 2s
duidelijk den kop in zijn geheel van voren.
$• 4-
Ik plaatste nü aanftonds mijne óntfangene Rupfen op eeh
takje Kruis-Beziën, welker bladen z;j zich zeer wel fmaken
lieten tot den volgenden dag, wanneer zij zich reeds met
het achtereinde vastfponnen en ophingen, en nog den zelfden
dag in Poppen, als Fig, 3. op onze plaat vertoond, Fig. 3.
Veranderden.
$■ Ü
Nog in dezelfde maand, zoo als ik boven reeds zeide,
kwamen de fraaije Vlinders te voorfchijn, bij Fig. 4- z *et
men denzelven in den lopenden ftand en bij Fig, 5. daarente- F/g, 5*
tegen in de vliegende gedaante; wanneer de Vlinder in den
lopenden ftand als Fig- 4, zich bevind, ziet men zeer duidelijk,
en het gene ook ieder aanfehouwer aanftonds In het
G. z oog