
AGARIOTJS C E PAE S T I P E S Sow.
Uijensteel-Plaatzwam.
Hoogduitsch: Zwiebelstieliger Blatterschamm.
Engelsch: Onion stemmed Agaricus.
In den zomer.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XXIV. Sect. V, Cryptogamia Fungi.
Natuurlijk Stelsel : Cellulares Mycetes. O. Hyphomycetes. Agaricineae.
Geslachtskenmerken : Zie deel X N°. 725. Ondergeslacht Lepiota.
Soortelijke kenmerken. Pileo submembranaceo ex ovato explanato, farinoso et flocculis plumosis sece-
dentibus squamoso, disco carnosulo, gibboso, margine plicato; stipite cavo bulboso floccoso, annulo sece-
dente, lamellis demum remotis albis.
Hoed eenigzins vliezig; eerst eirond, daarna uitgespreid, poederig en met vederachtige loslatende vlokjes
geschubd; schijf iets vleezig, bultig; rand geplooid; steel hol, knollig, vlokkig; ring loslatend; plaatjes
eindelijk verwijderd, wit.
Deze zwam wijkt in karakter geheel af van de Europesche vormen van hare groep en komt met vele tropische
Lepiótae overeen ; een bewijs' dat zij met tropische planten in Europa moet zijn overgebragt. A.
cretaceus Bull. A. flammula Kickx.
Groeiplaats. Veelvuldig in broeibakken en serres.
Nederland. Volgens den Prodr. Flor. Bat. bij Leiden. De afgebeelde exemplaren zijn door mij gevonden
in. broeibakken, op de plaats Lindenheuvel onder Bloemendaal. y