
A & R O S T I S S T O L O I I F E R A . L.
Var. y. prorepens Koch Syn., ed. 2, 902. *)
Kruipend Struisgras.
Eoogduitsch: Kriechendes Straussgras.
Engelsch: Creeping Bent Grass.
Bloeit: Junij—Sept. 21.
Stelsel van Linnaeus. Cl. III. O. 2. Triandria Digynia.
Natuurlijk Stelsel. Vasculares Monocotyledoneae. O. Gramineae.
Geslachtskenmerken. Zie Deel VI, N°. 406.
Soortelijke kenmerken. Zie ld. Id.
Verscheidenheid y prorepens, met sterk vertakten, nederliggenden stengel, lange, kruipende, wortelende
uitloopers, slappe bladen en kleine gedrongene bloempluimen. — A. alba. b. stolonifera Meyer. A.patula Gaud.
A. decumbens Hall.
Agrostis stolonifera L. verschilt van A. vulgaris hoofdzakelijk door het langere bindseltje en door de meer
nederliggende, uitloopers vormende stengels. Onze verscheidenheid vormt geen andere dan op den grond in
alle rigtingen uitgespreide stengels, die dikwijls een vrij groote oppervlakte bedekken.
Verklaring d^r afbeelding, a. Bloem takje; b. bloempje; c. kroonkafjes.
Groeiplaats. Hoewel de groeiplaats van deze verscheidenheid in vele Flora’s niet wordt opgegeven, zal
haar gebied waarschijnlijk wel even uitgebreid zijn als dat van de soort. Zij komt voornamelijk op schrale
zandgronden voor. De volksnaam »Eternue, Ternue, door Boreau (Fl. d. Centre de la France) genoemd,
bewijst dat zij in midden-Frankrijk althans zeer algemeen is.
Nederland. In den Prodromus Fl. Bat. wordt onze verscheidenheid niet opgegeven.
Het afgebeelde exemplaar is in Julij 1877 door mij gevonden in eene duinvallei achter Overveen.
*) Onder de afbeelding staat verkeerdelijk d maritima.