
Sggggggl J
T R A & O P O G r O N M O O R Fr.
Kleine B oksbaard.
Hoogduitsch: Kleiner Bocksbart.
Engelscli: Small Goat’s Beard.
Bloeit: Junij—Aug. $
Stelsel van Linnaeus : Cl. XIX. O. I. Syngenesia aequalis.
Natuurlijk Stelsel : Vasculares Dicotyledoneae. O. Compositae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel V. N°. 342.
Soortelijke kenmerken : Glaberrimum, foliis e basi dilatata angustissimis ffaccidis secundo-curvatis,
pedunculis apice sub-incrassatis, involucro flosculis aequalibus duplo longiore.
Geheel onbehaard. Bladen uit een breeden voet, zeer smal, gegleufd, slap, eenzijdig gebogen; bloemstelen
aan den top eenigzins verdikt; omwindsel tweemaal zoo lang als de gelijke bloempjes.
Het voorname onderscheid tusschen deze soort en de T. pratensis L. (Deel V. N°. 342) bestaat in de
kleinheid der bloemen, die slechts half zoo lang zijn als de omwindselbladen. Voorts zijn hare bladen smaller
en groeit zij niet zoo hoog als de laatstgenoemde, T. pratensis P minor. Fries.
Groeiplaats. In kleiachtige weilanden. Geheel Europa, behalve Portugal en Griekenland. Willkomm.
Nederland. Aan dijken en wegen. Bij Leiden, Kampen, Zuid-Beveland. Prodr. Flor. Bat. Verschillende
plaatsen in Zeeland. Walraven , Ned. Kruidk. Arch. III, 424. Harderwijk. Het afgebeelde exemplaar is door
den Heer Walraven gevonden te Nieuwland bij Middelburg, in September 1880.