
F TIC US P LATYCARPUS Thuret.
Zec-eik zonder luchtblazen.
( Annales des Sciences naturelles, Série 3, tome 16. p. 9. 1851).
Eoogduitsch : Meer-Eiche ohne Blasen.
Engelsch : Sea-Wrack without bladders.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXIV. Sect. IV. Cryptogamia Algae.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares. Algae. Trib. Oosporeae. Ord. Fucaceae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel XI. N°, 808.
Soortelijke kenmerken: Fronde plana costata dichotoma integerrima evesiculosa, receptaculislateralibus
amplis ovatis obtusis cavis marginatis plerumque solitariis, conceptaculis sporas et antheridia intermixta
foventibus.
Loof vlak, gevorkt, met een middelnerf voorzien, gaafrandig, zonder luchtblazen ; vruchthuisjesaan weerskanten
van het loof gewelfd, breed langwerpig, door het loof berand, meest alleenstaande, hol; kernen te
gelijk sporen en antheridiën bevattende.
Deze soort, vroeger verward met Fucus vesiculosus L., is door Thuret hiervan afgescheiden wegens het
gemis aan luchtblazen. den vorm der vruchthuisjes en het bij elkander aanwezig zijn van antheridiën en
sporen , die bij Fucus vesiculosus op verschillende exemplaren gescheiden voorkomen.
Verklaring der plaat. Hoofdfiguur: de plant in natuurlijke grootte; ct. kern van een vruchthuisje vergroot
; b. tak met] antheridiën; c. spoor (ei-cel).
Groeiplaats.: Deze [soort, is aan de zeekusten, b. v. van Frankrijk, Engeland en Nederland evenmin
zeldzaam als de Fucus vesiculosus. Het hier afgebeelde exemplaar is afkomstig van de zeeweringen van Katwijk
aan zee, waar in het geheel*geen Fucus vesiculosus, maar alleen F. platycarpus voorkomt, en medegedeeld
door Prof. W. F. R. Suringar te Leiden.
. . >,jr^