
VERONICA POLITA FRIES. 1257.
VEEOÏÏICA POLITA Eries.
Tamme Eerenprijs.
Hoogduitsch: Glatter Ehrenpreis.
Engelsch : Tame Speedwell.
Bloeit: Maart—Sept.—Oct. 0 .
Stelsel van Linnaeus: Cl. II. O. I, Diandria Monogynia;
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledonae, O. Scrophularineae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel. I, N3 I.
Soortelijke kenmerken: Gracilis ramosissima diffusapubescens, foliiscordato-ovatisinciso-serrato-crenatis
pedunculis axillaris solitariis folium subaequantibus fructiferis reflexis, calycis segmentis ovatis acutissub-
glabris, margine brevissime ciliatis, capsula turgida obreniformi acute emarginato pubescente, stylo in capsula
matura exserto.
Tenger, zeer vertakt, uitgespreid, zacht behaard bladen hartvormig-eirond , ingesneden gezaagd-gekarteld -
bloemstelen in de bladhoeken alleenstaand, ongeveer even lang als het blad, de vruchtdragende neergebogen •
kelklobben eirond spits, min of meer kaal, aan den rand kort gewimperd; zaaddoos gezwollen, omo-ekeerd-
eivormig, scherp uitgerand, zacht behaard. Het stijltje op de rijpe zaaddoos uitstekend.
Deze soort is gekenmerkt door de spitse, sterk generfde kelklobben, de blaauwe bloemen en bijna kogelronde
breede zaaddoos. Zij houdt ongeveer het midden tusschen V. agrestis (F. B. Dl. VI N° 477) en V. Buxbaumii
(id. Dl. XVI N°. 1242) F. didyrm Ten. F. agresüs var. D. C. F. agrestis p. polita C. Koch.
Verklaring der afbeelding: a. bloem, b, id. doorsnede, c. bloemkroon, d. vrucht, e. zaad (vergroot).
Groeiplaats. Bouwgrond. Europa, behalve in het hooge Noorden; dikwijls verward met V. agrestis.
Nederland. Op bouw- en moeslanden. Leiden, Delft, Utrecht, Duiveland, Z. Beveland, Meppel, Walcheren
, ’s Gravesande. Prod. Fl. Bat. Bij Amsterdam. Herb. Hartsen. Al de Zeeuwsche eilanden. Walraven.
Ned Kruidk. Arch. III. p. 108.
Het afgebeelde exemplaar is door den Heer A. Walraven gevonden bij Nieuw- en S. Jopsland op Walcheren
en door hem voor de Flora aangeboden in Julij 1879.