
P O L Y P O R U S S Ü L P H Ï Ï R E Ü S Fries.
Zwavelgele Polyporus.
Hoogduitsch: Schwefelgelber Löcherschwamm.
Engelsch: Sulphur coloured Polyporus.
Stelsel van Linnaeus : Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia Fungi.
Natuurlijk Stelsel: Cellulares. Mycetes. O. I. Hymenomycetes. Trib. II. Polyporei.
Geslachtskenmerken: Zie Deel X, N°. 730.
Soortelijke kenmerken : Caespitoso-multiplex, succoso-caseosus mox expallens, pileis latissimis imbricatis
undulatis glabriusculis rubello-luteis, poris minutis planis sulphureis.
Zodevormend in talrijke hoedjes uitgespreid, sappig-kaasachtig, spoedig verbleekend; hoedjes breed, dakpanachtig
boven elkaar, golvend, kaal, roodachtig geel; poriën klein, vlak, zwavelgeel. Deze fraaije zwam
is aan hare van boven eerst hoog oranjegele van onder citroengele kleur spoedig te herkennen. Volgens Fries
vloeit bij krachtige exemplaren een geelachtig melksap uit de poriën.
In een exemplaar, dat ik in Sept. 1879 van den Heer O. J. van der Haer uit de omstreken van Arnhem
ontving, vertoonde de hymeniale oppervlakte zich in overlangsche doorsnede als buisjes, evenals bij het
geslacht Boletus. Is hier aan een overgang te denken ? Stukken van dit exemplaar zijn onder o en b afge-
beeld; c. is de doorsnede van het op de afbeelding voorgestelde exemplaar, d, de sporen vergroot.
Groeiplaats. Aan oude boomtronken, eiken, popels enz., meestal ongesteeld, nu en dan ook gesteeld.
Nederland. Amsterdam , Bloemendaal, Berkenrode, Leiden, Wassenaar, Z.Beveland, Oudemans, Révisxon
des champ. trouvés dans les Pays-Bas.
Het afgebeelde exemplaar is in Aug. 1870 door mij gevonden op een popeltronk op de plaats Lindenheuvel
te Bloemendaal.
Eigenschappen. Volgens Greville (Scott. Crypt. Fl. I I , 113) zijn oude exemplaren rijk aan eene eigenaardige
oxaalzure verbinding, die een nader onderzoek verdient. Mij is niet bekend of dit onderzoek
later is gesehied.