
ROSA CIRIAIOMEA I.
Kaneelroos.
Hoogduitsch: Zimmtrose.
Engelsch: Cinnamon Rosé.
Bloeit: Mei—Junij f).
Stelsel van Linnaeus: Cl. XII. O. III. Icosandria Polygynia.
Natuurlijk Stelsel: Vasculares Dicotyledoneae. O. Rosaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Deel IV, N°. 309.
Soortelijke kenmerken: Cinerea, ramis fuscis saepe pruinosis, aculeis geminis falcatis stipularibus, foliolis
5—7 ovato-ellipticis serrulatis, subtus pubescenti-cinereis, stipulis dilatatis concavis undulatis , ramulorum
sterilium lineari-oblongis marginibus tubuloso-conniventibus, sepalis corollam aequantibus integris lanceolato-
acuminatis pedunculis brevibus, fructibus globosis sepalis conniventibus coronatis.
De geheele struik grijsachtig; takken donkerbruin, dikwijls berijpt; stekels gepaard, zeisvormig, de steun-
blaadjes vervangend; vinblaadjes 5—7 , 'eirond-elliptisch, van onder zachtharig grijsachtig , steunblaadjes
verbreed, hol, golvend, die van de niet bloedende takken lijnvormig langwerpig, met buisvormig zamen-
buigende randen; kelkslippen even lang als de bloemkroon, gaaf, lancetvormig toegespitst; bloemstelen
kort; vruchten bolrond, door de zaambuigende kelkslippen gekroond.
De stekels der takken zijn klein en ontbreken aan de bloeijende takken dikwijls geheel (R. mutica). De
bruine kleur der takken, de graauwgroene smalle bladen en de breede aan de onvruchtbare takken buisvormig
zaamgevouwen steunbladen zijn de kenmerken van onze soort, ^ Zeer dikwijls heeft zij gevulde of half
gevulde bloemen. Deze speling is de fi faecundissima van Koch, Syn. ed. 2, p. 249. — R. collincola
Ehrh. R. majalis Herm. R. spinosissima Wahlenb. R. mutica Fl. Dan. R. Jlumalis Fl. Dan.
Groeiplaats. In heggen en op begroeide heuvels. De type met enkele bloemen is volgens Koch (Syn. Fl.
Germ.) wild in de Donauvallei en van daar tot aan de Alpen en in de Silezische en Moravische bergstreken.
Volgens Boissier (Flor. oriënt.) in Turksch Armenië en de Soengarische landen, volgens Gray ook in Noord-
Amerika. — Als de R. majalis van Desfontaines (Flor. atl.) dezelfde i s , komt zij ook wild op het Atlasgebergte
voor. — Volgens Karl Koch (Dendrol.) is de Siberische soort niet dezelfde als de Europesche.
Verder komt deze roos in Europa en elders veelvuldig in verwilderden toestand voor, met gevulde en half
gevulde bloemen.
Nederland. Duinen bij Beverwijk en Wijk a/zee, Vogelenzang, Bloemendaal en Velsen op verschillende
plaatsen, v. E. Katwijk, Bergen op Zoom, St. Jan Steen. Prod. Flor. Bat. Oosterh. Bosch bij Nijmegen.
Herb. Vereenig. Ned. Flora. Het afgebeelde exemplaar is afkomstig van Bloemendaal.