
■ iiS-t
CYPERUS E IA Y E SC E E S I.
Geelachtige Cyper bies.
Hoogduitsch: Gelbes Cypergras.
Engelschi Yellow Cyperus.
Bloeit: Julij—Aug. 0 .
9
Stelsel van Linnaeds : 01. III. O. I. Triandria Monogynia.
Natuurlijk Stelsel ; Vasculares Monocotyïedoneae. O. Cypéraceae.
Geslachtskenmerken : Zie Deel XIV. N°. 1064.
Soortelijke kenmerken : Radice fibrosa, caulibns obtusis trigonis, fasciculatis, foliis fere omnibus ra-
dicalibus linearibus angustis carinatis, spiculis compressis lanceolatodinearibus in capitulis pedunculatis umbelli-
formis congregatis; paleis ovato-oblongis imbricatis, stigmatibus 2, achaeniis subrotundo-obovatis compressis
Wortel vezelig; stengels stomp driekantig, in bundeltjes bijeen; bladen bijna alle wortelstandig, lijnvormig'
smal gekield; bloempakjes zaamgedrukt, lancet-lijnvormig in gesteelde, schermvormige hoofdjes bij elkaar’
bloemschubjes eirond-langwerpig, dakpanswijze geplaatst; twee stempels; vruchtjes rondachtig omgekeerd-
ovaal, zaamgedrukt. ö
De bloemhoofdjes hebben meest twee ongelijke bladachtige schutblaadjes; de schubjes hebben op den rug
een groene streep, die niet tot den top doorloopt. 6
Van C. fuscus (Fl. Bat. XIV, 1064) verschilt deze soort door teederder bouw, smallere bladen, stompkan-
tigen stengel, geelbruine, iets grootere aartjes, door de 2 stempels en de bijna ronde, zaamgedrukte vrucht
Picreus flavescens Reichenb.
Verklaring der afbeelding, o, Bloemhoofdje, b. bloempje, c. vrucht, (vergroot).
Groeiplaats. Op vochtigen zandbodem ; oevers van meeren en waterplassen. Noordelijk Azië, Japan, Noord-
Amerika en Noord-Afnka, Europa, doch niet noordelijker dan Denemarken; zeldzaam in Noord-Duitschland •
ontbreekt in Groot-Brittannië en Ierland.
Nederland. Vochtige (overstroomde) zandgronden. Zeldzaam. Volgens den Prodr. Flor. Bat. door Dr.
Van der Sande Lacoste gevonden bij Werkendam; de overige opgaven van den Prodr. zijn twiifelachtig.
De afgebeelde exemplaren zijn door Prof. W. F. R. Suringar gevonden bij Winterswijk in 1880.
1