vm
er nerens gesteld, ten einde geene aanleiding tot het ver-
moeden te geven, dat ik eeno opgevatte meening als zeker-
heid wilde doen doorgaan. I k behoef hier geene voorbeel-
den aan te halen, z ij zijn bijna op iedere bladzijde te vin-
den. I k vertrouw, dat men dit niet als een gebrek van
mijne mededeeling zal aanmerken, maar bedenken, dat ik
zoo weinig mogelijk bij de eenvoudige beschrijving en mededeeling
der inlanders wilde voegen.
Aan het einde van het werkje volgen nog twee lijsten;
de eene alphabetisch de generische plantennamen der weten-
schappelijke kruidkunde bevattende, de andere eene optel-
ling van het onderscheiden gebruik, gerangschikt op eene
wijze die gemakkelijh te overzien is , met bijvoeging der
N°’s , welke ten dien opzigte moeten opgeslagen worden,
als tot hetzelfde doel werdende gebezigd. I k vertrouw dat
deze laatste lijst niet weinig tot gemakkelijk gebruik van
het werkje zal bijdragen; en zoo ik eene Verdienste bij
het opstellen heb, buiten het verzamelen der bomostoffen
u it den mond van de inlanders, dan mag het wel deze lijst
z ijn , die een overzigt geeft van de menigvuldige gelegen-
heden, bij toelke de inlander zulk eene menigte planten
aanwendt. Mögt uit de bekendmaking daarvan ook eenig
nut voor het moederland voortspruiten, dan is het doel be-
reikt, dat ik mij bij de uitgave van dit tverkje heb voor-
gesteld.
J . K. HüSISKARL.
AA1NTEEKENI1NGEN
ul
>■ I
OVER
HET NUT, DOOR DE BEWONERS TAN JATA
AAN EENIGE PLANTEN TAN DAT EILAND
TOEGESCHRETEN.
{Uit herigten der Inlanders zamengesteld.)
A.
1. A k a r T jam a k k a of T jam a k k a niola {Dianella mon-
tana Bl.) De w o rte l van deze plant wordt, gelijk het hout van
314 Kajoe garoe, verbrand, om door deszelfs welriekenden geur
aan kleederen cene aangenaine lucht mede te deelen; ook wordt hij
fijn gewreven en bij lendenpijn uitwendig gebruikt.
2. — w an g i {Andropogon muricatus L.) Deze fijne worte-
l e n worden gedroogd en tnsschen de kleederen gelegd, om een’
aangenamen geur mede te deelen; zij worden ook aangewend, om bij
zaken ingepakt te worden, die men voor kakkerlakken wil vrijwaren.
3. A lan g a lan g of E u rl {Imperata Koenigii Palis.) De b la den
en w o rte ls zullen versch als thee gebruikt, bij bloedwateren
spoedig verligting geven.
4. AmbietofTengtjek t j a a (iV««cZeae sp. div.) De w or te le u
en het h o u t worden bearbeid tot stolen van werktuigen, daarin
uitmuntende, dat zij niet ligt scheuren of breken. De gewrevene
b lad en worden op de lies ingewreven bij moeijelijke water-
lozing, waardoor korreltjes gelijk aan {biedjie ketan) rijstkorrels
uitgedreven worden en het water eene roode kleur verkrijgt(graveel?).
Tot hetzelfde doel worden ook de heele of fijn gewrevene stekelachtige
v ru c h te n in water geweckt (1—2 uren lang); biervan wordt