42. Assam. Zie Aroy harimig burrum.
128. — iUawa. Zie Assam.
129. — ranjle [Tamarindus indica h. ß. platycarpa Nees.^.).
Men licet’t twee varieteiten van de Tamarinde, de eene heett 10-12
duim lange, meer rondo vruchten met 6-10 pitten, deze wordt ge-
woonlijk slechts Assam of Assam djawa genoemd; de andere heeft
korte, 1-4 duim lange, plat gedrukte vruchten met 1-4, hoogstens
pitten en deze is de Assam ranjie, van hare overeenkomst met
de vruchten van de zoogcnoemde Ranjie. Het gebruik van beide
soorten is gelijk
130. — zeylon (Garcinia Cambogia DsRSS.). Deze hooge eu
van Ceylon bier ingevoerde, doch nog zeldzarne boom heeft schoone,
gcle v ru c b te n , welke in gcdaante en het voorkomen van binnen
vccl overeenkomst met de Mangoestan bebben, echter door de aan-
gcnamc zuurte van haar vleescb bckend zijn; zij worden daarom ook
raauw gegeten, boofdzakclijk ecbter tot kerry en voor zuur (atjar-
atjar) gebruikt.
131. Awl of Bamboe (Bambusa sp. div.). Het bamboesriet
wordt zoo menigvuldig door den inlander in gebruik genomen, dat
liet moeijelijk zou vallen al het nut daarvan op te geven; (zie BE
WILDE, Prcanger Regentschappen). Ik zal bier maar bet hooldnut
van de onderscheidene soorten mededeelen.
132. __ andong, A. gedeh of A. gombong [Bambusa sp.).
Het w a te r, hetwelk zieh in de leden van dit riet bevindt, wordt
bij algemeene bitte des ligcbaams {sahhiet badan pamias) ter verkoeling
en als geneesmiddel gedronken; liet r i e t zelf wordt aangewend
tot het bouwen van hnizen, als ook voor beschot der huizen
[pager roema Mai. bilik Sand.), voor voelmatten [paloepoe Sund.),
bij welke twee laatste wijzen van gebruik het net cerst gespleten en
van de mergacbtige binnensle deelen bevrijd wordt. Ook worden
en k e le led en van dit riet als wateremmers en tot het opvangen
van de arengsappen enz. gebruikt; de pas uitloopende sp rn ite n
(uvoeny) worden afgekookt en als groente toebereid.
133. apoes of Bamboe tali [Bambusa /ipw« ScHlT.). De
jo n g e sp ru ite n worden eerst 3-4 dagen in water geweckt en met
Djengkol, Peteb,Buffelvleesch, enz. te zamen gekookt [goejoek Sund.),
hetwelk voor bijzonder lekker gehouden wordt. Men eet deze spruiten
ook alleen; zij worden dan afgekookt cn vcfvolgens eenigen tijd
in water gelegd, om er de wrangheid aan te benemen. Het riet
dient voor beschot der buizeu [bilik), tot bet vastbinden der dak-
bladen [parenjany Mai. oesoek S u n d .), tot bet maken van het
korije, waarin dc gekookte rijst voorgezet wordt [tambatnassiMai.
hobokoh S u n d .), en de korf tot het vervoeren van de ongekookte
rijst [soemboel), tot bet droogen en schoonmaken van rijst enz.
toow'el groote [tatampah Mai. tempter Sutid.) als kleine [njiroeh
Sund.), tot inlandsche hoeden [toedoeng) enz. Gespletene stukken
van zes voet lengte worden in plaats van atap kirey en andere
soorten tot het dekken van huizen gebruikt en daarbij zoo gelegd,
dat de tusscben twee derzelve bestaande tusschenruimte
door eene derde wordt overdekt [talapap). Eindelijk wordt deze
bamboes hoofdzakelijk als touwwerk gebruikt, zoowel fijn gesplcten
in den diameter van het riet, als ook grof gespleten, geslagen en
tot touw gedraaid.
134. Awi atter [Bambusa ThouarsnY.XR.. ß atterDsssx.), Dc
jonge s p ru ite n worden gebruikt gelijk die aan Awi apoes. Daar
het r i e t , zelfs droog geworden zijnde, zeer spoedig door den Boeboek
wordt opgetcerd, zoo gebruikt men betzelve slechts tot heiningen
van boschrijstvelden enz.
135. — bitoeng [Bambusa Bitung SCJILT.). De jonge sp ru ite
n in asch gebraden of afgekookt, zijn zeer lekker om te eten, meer
nog dan die van Awi atter en A. apoes. Het r ie t is met Awi an-
dong het sterkste en grootste (6-7 duimen dik bij 60-70 voet
lengte), en zou daarom meermalen gebruikt worden tot het bouwen
van huizen enz., ware het niet, dat dezelve zoo spoedig van de larve
eener tor werd verteerd (Oeter oeter of toenyyen Sund. , tokkoh Mal.);
het wordt daarom slechts tot stellaadjes bij het bouwen van huizen
enz. aangewend.
132. — gedeh. Zie Awi andong.
132. — gombong. Zie Awi andony.
136. — haiier geulies [Bambusa sp.) Dc jo n g e sp ru ite n
worden gelijk die van Awi apoes aangewend. Het r ie t is slechts
voor het dragen van goedereu [pikkolan Mal. randjatan Sund.) te
gebruiken, daar het spoedig verteerd wordt.
137. — haner konneng [Bambusa sp.). De jo n g e s p ru ite n
staan gelijk aan de vorigen; zij worden in ascb gebraden of afgekookt;
het r ie t, ook spoedig door den Boeboek en Oeter oeter aan-
2*