sap pun worden gehruikt gelijk als die van (708) Moehoen, dodi
dc7.e zijn nog lieter en maken tegelijk losse tanden door het aan-
grotiijen van liet tandvleesch weder vast.
887. T j o e l a u g o l 'T j i i l a n g [Aglaia odorata LooR.). Deze fraaije
sie rlie e ste r wordt oin zijne altijd groene en glinsterende b la d e n ,
booJ'dzakelijk ecliter om zijne welriekende bloemen veelvuldig geteeld.
86. T jo e i i g k a n g k a n g . Zie Aroy tjoengkangkang.
414. T j o e r a i . Zic Kibanen,
8 8 8 . T j o e t j o e k k a l i a g e h {Trophis spinosa Rxb.). De sap pen
worden in de oogen gedroppeld, indien dezelve rood en met slijm
vervuld zijn. Dc ta k k e n worden in stukken gesneden en eenen
naclit in water gcweekt cn dit ’s morgens nucbteren tegen lendenpijn
(nierziekte?) gedronken.
889. T j o k l a t [Theobroma Cacao L.). De v ru c b te n worden
geroost, gestampt en gelijk als koiij toebereid gedronken; de Europeanen
maken cr echter chocolade van.
590. T jo n g k o k [Curculigo latifolia Dryanb.) . De b lad en gelijken
volkomen op en bebben hetzelfde nut als (700) J/ar«ssz-bladen.
891. T j o t j o r o k k o t [Solanum canescens Bl. et S. japonicum
Dun.). De vruchten staan gelijk aan die van (693) Magai.
887. T j n l a n g . Zie Ijoelang,
882-884. T j i i l i e . Zie Tjeulie.
892. T j n n d j i e n g [Inga purpurascens Hrt. Bog.). Het b o u t
is sterk, ligt en fraai, en gelijkt veel op dat van (820) Suren; het
wordt door de witte mieren niet aangetast en voor kono’s, bouwhout,
planken enz. gebezigd. De h a st wordt gestampt en gelijk als die
van [511) Kihiang tot bet bedwelmen van vissebenen bet wasscben
des ligcbaams gebruikt.
893. T o e b a of T o ew a &we'wc\i[DalbergiaheterophgllaWlSi.).
De rankende, gladde stam wordt gestampt en tot het bedwelmen der
visseben in de rivieren gedaan, zijnde deze en die van (894) Toewa
djenoh veel krachtiger dan die van (895) Toewa gadel.
894. T o e b a of T o e w a d j e n o h [Dalbergia purpurea Rwdt.).
Zic de voorgaande.
895. T o e b a of T o e w a g a d e l [Pongamia sericea Vent.). De
stekelige stam wordt gestampt en tot het bedwelmen der vissehen
als boven gebruikt.
896. Toemboeng kanjoet [Canthiumi sp.div.). De v ru c h te n
worden afgekookt en bij de rijst gegelen; zij zijn aangenaam zuur,
daarbij eenigzins wrang.
897. T o e n g u r r n t [Castanea TungurrutBl). Hout en v ru c b ten
komen met die van (792) Sanienten ovotmi', laatstgenoemde
zijn echter iets bitter van smaak.
765. T o e n to e n . Zie Ramboetan.
317. — s a y o e n g . Zie Geger takkoh.
898. T o e r l [Agati grandiflora Dsv. f l . alb. et cocc,). De b a s t
wordt van de s c b il bevrijd, gestampt en met water aangcmengd op
eene soort van groote schürft [njetieh bolongan) gedaan. De bloemen
worden als groente gegeten na afgekookt te zijn, de jo n g e
v ru c h te n desgelijks.
893—895. T o e w a . Zie Toeba.
196. T o k b r a a l , T o t o k b r a a i of B o k k a a i [Elateriosperma
Tokbrag Bl.). Het b o u t is fraai, wit, fijn en sterk, witte mieren
tasten het niet aan en het wordt voor bouwhout gebezigd; de
rijpe v ru c h te n worden gegeten.
458. T o n g k i e n g . Zie Kambang tongkieng.
196. T o t o k b r a a i . Zie Tokbraai.
899. T r e b e h d^a p a n [Rhinacanthus commune?ÜRR&). De jo n g e
ta k k e n en b lad en worden fijn gewreven, op schurftige plaatsen
aangclcgd, ook bij roode bond en andere zulke huidziekten, Avaarop
zeer spoedig beterschap volgt.
900. T r o e S p , T u r r n p of T u r r u p b o eC k [Artocarpus elastica
R w d t .) . De melkacbtige sappen met die van meer andere planten
worden tot vogellijm aangewend, zij worden ook tegen bloedloop ingenomen.
Van den b a s t wordt een vrij sterk, roodachlig touw gemaakt;
bet h o u t wordt Hgt door de witte mieren aangetast en daarom
slechts voor rijstblokken gebruikt. De blad en worden als ondcrlaag
van de rijst in de paddiemagazijuen gelegd [lielipparreh). De v ru cb ten
ziju niet ZOO lekker als die van (505) Nangka beurriet [Kertow).
733. T r o e s g o e n o e n g . Zie Pandjal.
656. — g o e n o e n g . Zie Kokossan monjet.
r
900. T u r r u p . Zie Troeep.
9 0 1 . — a r o y [Ficus annulataBu). De sch il wordt afgeschrapt,
de b a st gedroogd en tot iijn touwwerk verwerkt, waarvan men
vischnetten enz. maakt.
900. — b o e 6 k . Zic Troeep.