752. Poelassan [Nephelium glabrum C m b s d .) . Het h o u t is
rood, grof en Aveek, en Avordt ligt door de mieren enz. aangetast.
De s c h il der v r u c h te n Avordt weggCAvorpen, het v le e s c h der p i t te
n gegeten, hebbende eenen zeer aangenamen smaak, en u it de
p i t t e n zelfs gestampt, 2-3 dagen gedroogd, dan in stoom gekookt en
geperst, Avaarop eene roodaclitige lampolie gCAvonnen Avordt, zie ook
(765).
105. Poelassarle. Zie Aroy plassarie.
753. Poeleli pandak [Ophioxylon serpeniinum L.). De b la d
en en b lo em e n Anorden gestampt; wat kalk en water er bijgemengd
en op wonden der paarden door bet drukken des zadels veroorzaakt,
gelegd.
203. Poeloes. Zie Daauwn galel.
514. Poeroet. Zie Kiara poeroet.
754. Poespa [Schima Noronhae Rwdt.). Het h o u t is sterk,
fijn, rood en bijzonder zwaar, het wordt voor bouw- en meubelhout
aangewend.
755j — loetoeng (...................... ?). De sa p p e n der s chi l zijn
zeer scherp en veroorzaken op het vel eene jeukte, die in eene lang
aanhoudende schürft overgaat; om deze reden en dewijl het h o u t
toch niet bijzonder goed is en ligt van de Avitte mieren wordt opgeteerd,
laat men zieh niet gaarne daarmede in.
756. P o e t a t , P a t a t of P n t a g [Barrinytoniae sp. div.). Het
h o u t der w o rte len is zeer buigzaam en wordt tot invatting van
viechtwerk [sohho Jeapek enz.) gebruikt; het h o u t van den stam
is zeer sterk en wordt voor kano’s en bouwhout gebezigd. De s c h il
wordt gestampt en gekookt, en daarbij zwart te verAven goederen
gedaan. Ook Avordt een weinig dezer schil gegeten en dadelijk daarop
klapperwater gedronken, waarin heet ijzer was geworpen, en 8 dagen
lang is gelaten, waarop de tanden eene fraaije, zwarte kleur
aannemen. De jo n g e b lad en worden raauw bij de rijst gegeten.
757. P o e to e n [Barrinytonia speciosa L.). De p i t t e n der Vierkante
vrucbten Avorden met eenen steen gekneusd en in water geworpen,
als men vissehen Avil bedwelmen. Men perst ook eene roode
olie daaruit, die niet eetbaar is en slechts tot branden is te gebruiken.
488. Pollong. Zie Katjang pollong. [Pisum sativum L.).
Peulen en erwten.
758. P o n ip o l i r a n g [Calosanthes indica Bl.). De scb il wordt
gestampt en met water aangcmengd en dit bij maagziekte gedronken
[njeurieh hateh of sakkiet atie), waarbij een gevoel van hitte
in dezelve en geen eetlust voorhanden is. Ook de b lad en worden
op gelijke wijze gebruikt. Bladen en bloemen worden gegeten;
de v ru c h te n , nog niet rijp echter 2-3 voeten lang zijnde, worden
in stukken gesneden, en de zaden daaruit weggeworpen en dan afgekookt
en gegeten.
759. Poniporoetan [Triumfetta L. et Vrena L. sp. plur.). Het
h o u t der takken van dezen lagen heester wordt van de schil door
schaven bevrijd, op eenen kant puntig gemaakt, en zoo voor eene
naald gebruikt om het gat door de Scheidewand van den neus der
buffels te maken; aan het stompe einde wordt een touw gebonden
en dit dadelijk door den neus getrokken; de nieuw gemaakte opening
wordt niet zick, terwijl na de operatic met een bamboezen
naald de neus lang ziekelijk aangedaan blijft.
760. P o t t o n g k o e d j a n g [Desmodium sp. div.). De b la d e n
worden gekneusd en met kalk vermengd op wonden van slangenbeten
gedaan; ook Avorden zij fijn gewreven en met die van (333) Han-
darussa vermengd, bij lendenpijn, in de lendenen ingesmeerd.
761. P r o e t of B u n j i e n g (J?»7»Mop7ior»sp. omn.). De k n o la c h tig
e p la n t wordt gewasschen, gestampt of gebraden in eene ijzeren
pan; stukjes fijn gespleten bamboe worden dan daarin rondgedraaid;
de massa blijft aan de stokjes kleven, en geeft zoo de kaarsjes [dammar
bunjieng), welke zeer spoedig met eenigen walm verbranden.
Tien stuks worden voor eene duit verkocht, en ¿¿n man kan in
einen dag door bet verzamelen en bereiden dezer kaarsjes een’ gulden
verdienen.
401. P r o e t a k . Zie Ima sierum.
532. P n n t j o i . Zie Kiboentoeng.
762. VnvAnx [Parkda africana R.Br.). De v ru c h te n zijn niet
lekker, de p itte n bijzonder klein, en hebben eene veel meer
onaangename lacht dan die van (742) Peteh; zij worden daarom
minder gegeten. 100 vruchten [pappan) worden voor 5 duiten
verkocht.
195. P u s s a a r . Zie Boeroet.
756. P n t a g . Zie Poetat.
756. P u t a t . Zie Poetat.