Li i »
iI t>
ni- j :;3
i i
•.i
305. Gadok {Bisclioffia javanica Bl.). Het h o u t is sterk,
fijn van aderen en donker van kleur, Mordt van de witte mieren
niet aangetast en tot huisbouw aangewend. I)e vruchten worden
0111 hare te slerke zuurte niet gegeten.
306. G a ja n g ot Gatel {Inocarpus edulis L.). Deze boom
wordt om zijnen geurigen bloesem en fraaijen groei veelvuldig aangeplant.
Het vleesch der v ru c h te n is eetbaar en de p i t t e n
leveren eene olie.
307. Gallenguin, Glingnni of Gloege (Biva Orellana L.).
Deze boom, welke zieh door spoedigen wasdom en de gemakkelijk-
heid kenmerkt, waarmede men hem kan verplanten, wordt zeer
algemeen tot het aanleggen van levende heiningen {pagger ietoep
of p. hieroep) aangewend. Zulke heiningen zijn altijd digt be-
grocid en fraai groen, waarbij nog bij oude heiningen de schoone,
rozenkleurige bloemen komen. De zeer op Ramloetan gelijkende
vruchten bevatten zaden, die met een oranjekleurig, vleezig om-
hulsel zijn onigeven, hetw'elk vroeger veelvuldig tot bereiding van
de gele verfstof Oreille werd aangewend; doch is de bereiding hiervan
nu uit gebruik geraakt.
47. Gambier t j a a i . Zie Aroy kamanten.
308. Gamniat {Echinocaulos perfoliatus Meisn.) De jonge
spi tsen der ranken en dc bladen worden als zure groente gebruikt.
309. Ga n d a r i a , G o en a rjah of T ja iite k k e h (Bouea oppo-
sitifoha Msn.). Het hout is wel niet zeer sterk, echter taai en
wordt tot het maken van akkergereedscbap, timmerinansMerktuig
cn jukken voor buffels aangewend. De vrucbten worden gegeten
en voor lekker gehouden.
310. Gandasohiie {HedycUon sp. div.). Deze plant wordt
dikwijls in tninen geteeld om hare geurige bloemen, die zij in eenigzins
vocbtigen en ligten grond, op eenigzins schaduwrijke plaatsen,
bijna altijd voortbrengt.
211. Gandooia bnrrnm (Basellacardifolialikm..). De vruchten,
Avelke een zeer saprijk rood vleesch inhouden, worden gestampt;
er wordt een weinig water bijgemengd en dit met meel van
ketan tot bet verwen van confituren (ktvehkweh) gebruikt, v
‘ 312; Gandroeng (Andropogon saccharatus IlXB. (Sorghum
Pers.)). De vruchten worden gestampt, van de zemelen (hoeoet
Sand.) gezuiverd, in water gewasschen en zoo in stoom gekookt,
Gekookt zijnde, worden zij onder bijvoeging van beet water met
eenen liouten lepel bewerkt (karrie Sund.), dan nog eens in stoom
gekookt, tot dat zij gaar zijn, en eindelijk met eenen houten lepel
fijn gemaakt (akkel akkel Sund.), gevende dit eenen lekkeren kost.
313. G an itrie (Elaeocarpus angustifoliusBl.). Deze vrij aan-
lienlijke boom munt uit door eenen fraaijen groei: het bout is echter
niet te gebruiken; de ronde violette v ruchten zijn bitter, worden
echter zoo sterk van de groote vledermuizen (kalony, Pteropus
edulis) gezocht, dat de boomen als het ware met dezelve zijn opgevuld.
314. Garoe m ie n ja k of K a jo e ^aroe (Ficus proceraByrnx.l).
De schil wordt van de bergbcMoners tot beschot in plaats van bam-
beo-viechtwerk gebruikt (bilikima). De spl int wordt tot bouwhout
verwerkt en voor schoon gehouden. Het h o u t {yaleh Sund, atie
Mai.) is geheel rood, wordt in kleine stukken gesneden en tegelijk
met bout van Lakka en wortelen van Akker tjamakka verbrand,
zijnde de rook daarvan zeer welriekend. Deze wordt aangewend tot
het rooken der kleedjes, ook bij stertgevallen tot het rooken der
huizen, zoo ook door de Cbinezen bij hunne offerhanden. De ronde,
twee duim lange, groene v ru c b t e n worden gestampt, met asch
vermengd cn bij de vischvangst in de rivieren geworpen, waardoor
de vissehen bedwelmen, ook Avel sterven en op de oppervlakte van
het water komen. Ook kan men uit deze vrucbten eene lampolie
persen.
306. Gatel. Zie Gajang.
315. Gebang (Corypha GebangaBl.). Deze boom heeft eenen
dikken, van 60-70 voeten boogen, hij het aankloppen hoi klinkenden
stam, en bestaat uit eenen bui tenwand van zeer vast bout en een
met vele vezelen doortrokken merg. De eerste (rajoeny) in horizontale
stukken gesneden, dan uitgehold en op de eene zijde met
een geiten-vel overtrokken, dient als Bedoek in de Massiegit, om,
daarop slaande, den tijd van 't gebed aan te kondigen; in de lengte
gespleten, wordt dezelve voor huisgereedscbap, dat niet aan den
invloed des regens of der zonnestralen is bloodgesteld, gebruikt.
fHct merg wordt in stukken van 1 voet lengte, 9 duim breedle