740. P a t j a r k o e k o e . Zie Tjoelang.
741. — k o e k o e (Lawsonia alba Lam.). De blailen worden fijn
gewreven en op de nagels vastgebonden oin deze rood te verwen; de
bloemen worden om hunne aangenamc lucht tusscben de kleederen
gelegd enz.
452. P a t r a k o n i b a l a . Zie Kambang patra kombala.
067. P e d a s . Zie Lada hiedung.
742. P e t e h ot‘ P u t o i (Parkia speciosa Hrt. Bog.). De jo n g e
b la d e n cn onrijpe p itte n der v ru c h te n worden raauw of afge-
koolit gegeten. Dc rijpe p itte n worden geroost of afgekookt en
zijn lekker om te eten, hebben echter eene onaangename lucht.
Een uitgCAvasseu boom draagt 4-5000 vruchten [pappan), cn heeft
eene Avaarde van 6-12 gulden voor eenen oogst; — op den bazar
worden 100 vruchten met 50 en indien zij slccht zijn, met 25 cts.
betaald.
594. P e u r r i e s . Zie Kipeurries.
743. P e u u n g of P i l a n g l e u t i e k [Cailliea callistachysGciLl.et
Per.). Het h o u t Avordt to t riemen (roer) enz. geb ru ik t.
744. P i l a n g g e d e h [Inga umbellata AY in.). Het h o u t is s te rk ,
fraai en Avit, la a t zieh moeijelijk splijten en Avordt daarom weinig
g e b ru ik t; h et h a r t (h e t eigenlijke h o u t) is rood.
743. — l e n t i e k . Zie Peuung,
225. P i n a n g . Zie Djambeh.
745. P i n i n g [Elettaria sp. div.). De p i t te n der v ru c h te n
zijn zoet en worden raauw gegeten, zie ook (397) en (398).
746. P i n k o e [Epicharis cauUflora Bl.). Het h o u t is sterk,
rood en grof, de witte mieren enz. eten het niet en het wordt voor
huisbouw gebezigd.
747. P i s a n g of T j a n [Musa parndisiaca). De s tam laat zieh
in enkele schillen afstropen, Avelke [gebok) n a t tot het inpakken
van levende planten enz. gebroikt worden, als boudende langen tijd
vochtigheid en koelte; droog dienen zij tot het inpakken van tabak
enz. De b la d e n dienen voor borden, rijstpak [bobohkok), voor
deksel van de op tafel gebragte rijst [toetopan nassi) en menigvuldig
dergelijk gebruik; over het vuur gehouden worden zij slap,
scheuren niet zoo ligt en zijn dan beter tot verpakking van vaste
goedercn te gebruiken. De bloemknop [djantoeny) wordt met
zout en drassi gestampt en bij de rijst gegeten. De onrijpe v ru c h -
te a (hooldzakelijk van P. batoe) worden tot het maken van azijn
gebruikt, ook gebraden en gegeten; de rijpe v ru c h te n zijn meestal
eetbaar, de beste soorten zijn P. maas, radja, djaroeng, radja
plembang, soesoe, yedjoel, renda, yadieny, rottan, lampenning,
ambon; m in d e r goed worden g e a ch t: P.yumber, monjet, p a k
kean, menjala, boeroet, pinang, kepok, soekoen, tandoek, loe-
bang, waarbij de laatste zieh daardoor kenmerkt, dat elke boom
slechts ééne groote vrucht draagt, die niet lekker en meer of minder
zuur en wrang is. P. longong sepat, saboelan, yalek-, hon-
j e e , haladdie, sariwoe, hoerang, kapas, kosta, baggo. Door
pitten kenmerken zieh P. kauleh burrum (496), kauleh boddas,
menjala, prallak.
748. P i s a n g k i e p a s of P . a y e r [Ravenala madayascariensis
Adns.). Deze boom wordt gaarne naast de huizen der Hoofden en
Europeanen geplant om zijne bladen en fraaije bonding; hij is van
Madagascar ingevoerd en onder den naam van y>Varbre des voya-
geurs” bekend.
749. P i t j o e n g [Pangium edule Rwdt.) . De sch il en b lad en
worden gestampt cn dienen tot bet bedwelmen der vissehen. De
v ru c h te n -worden geschild, dan afgekookt en met eenen steen geslagen
tot dat de barde bot breekt; de vleezige pitten worden or
uitgenomen, in eene bak 2-3 dagen in water geweckt, Avaarop zij
kunnen worden gegeten. Eet men ze zonder deze toebereiding, zoo
wordt men bedwelmd en de dood zal kunnen volgen. De p itte n
worden ook over vuur geroost en bij da rijst gegeten; om er olie
van te maken, moet men het vleescb of in de zon of over vuur droogen,
in korten tijd fijn stampen, over stoom koken en in eenen zak
van de schil van (221) Djaloepany persen, waarop er eene roode
lampolie uitloopt, die niet gegeten kan worden en zelfs bij het branden
sterken walm geeft.
105. P l a s s a r i e . Zie Aroy plassarie.
750. P o c h p o c h a n [Urtica sp. div.). De jo n g e ta k je s en
b la d e n worden raanw bij de rijst gegeten.
751. P o e d a k [Pandanus inermis RwDT.). Van de b la d e n
wordt het fijne viechtwerk, als sigarcnkokers, siriedozen enz. gemaakt;
de zeer welriekende b lo em e n worden zeer veel gebruikt tot sieraad
CD om aan voorwerpen cene aangename lucht te geven.
710. P o e k i e a n d j i e n g . Zic Namnam.