5G8. Lanipanle. Zie Kilampanie.
672. Laiiipas of S a la ssle (OcymumBasiUcumL.), De p la n t
■wordt op graven geteeld en wel in 3 reijen aangeplant. De blad en
worden in het water gelegd, waarin de duiven (boeroeng perkoe-
ioet) zicb zullen baden; de zaden worden aan deze vogelen gevoerd
en ook in water geweckt met suikerwater gedronken, hetgeen een
aangenaam vcrkoelende drank is.
673. Lauipoejang (Zinyiber sp. div.). De k n o lle n worden
met (648) Konneng vermengd, zij zijn echter wit; de jo n g e b la den
en v ru c h te n dienen raauw of afgekookt tot spijze bij de rijst.
674. Landjang beurriet of Sintok landjang beurriet (f¥n-
namomum sp.?). De b lad en worden in plaats van thee gebezigd.
675. Langkap (Saguerus Lanykap Bl.). De b a s t, welke tas-
schen den stam en de bladstelen zit (lidi, injoek, toek, zie (1 5 )^ rm )
wordt tot bezems verwerkt en ook tot huisdekken aangewend; het
h o u t wordt voor weversgereedscbappen (prabot tenong) gebruikt en
is zwaar en zwart; ook lausen worden daarvan gemaakt, die bijzonder
fraai zijn, alsook scheden van wapenen, werdende een stuk van
1-1§ voet lengte en 1 duim dikte met | gulden betaald. De jo n g e
onontwikkelde blad en (hoemboet) zijn lekker om te eten; de oude
b lad en dienen tot bet dekken der huizen (atap). De s a p p e n ,
welke uit den afgesneden b lo em sten g loopen, zijn nog zoeter dan
die van (15) Areny en hebben eene aangename lucht. De boom
geeft gedurig vruchten gelijk ook de klapperboom, en sterft niet
af na het vruchtgeven zoo als de Aren.
676. Lanktvas (Alpinia Galanya Sw.). Het gebruik is gelijk
aan dat van (668) Ladja.
677. Larak. Zic Barak.
678. Leugkeng (Neplielium Lonyanum Cmbsd.). De v ru c b te
n zijn aangenaam om te eten en worden door de Chinezen veelvuldig
aangevoerd; de boom wordt daarom ook aangekweekt en tiert
bier zeer wel.
679. Lengsar (Irina glabra Bl., I. tomentosa Bl.). De b a st
wordt gestampt en gelijk als zeep tot het wasschen der hoofdharen
enz. gebruikt, zullende daarbij ook het ongedierte sterven; ook wordt
er de huid week en fijn van. Het h o u t is sterk, Iraai, rood en
grof, wordt door de -witte mieren enz. niet aangetast, en tot bouw- en
meubelhout gebruikt. De v ru c h te n worden raauw gegeten eu zijn zoet.
280. L ett» h ay am . Zie Djoekoet letta hayam.
680. Leueur (......................?). De s ch il wordt gestampt, in water
geweckt en met vruchten van (397) Honjeh vermengd, om het
hoofd daarmede te wasschen en het ongedierte te verdeJgen.
681. L eu n g sle r, LIngseur of Lungsler (Irina inieyerrima Bl.).
Het gebruik is gelijk aan dat van (679) Lengsar.
682. L e u n tja (Solanum nigrum L.). De geheele p la n t wordt
afgekookt en bij de rijst gegeten; de raauwe b lad en en v ru c b te n
zijn ook eetbaar.
199. — k am le r. Zie Bondot.
683. LImoes. Zic Manga.
684. Llmoh (Tetranthera citrata Nees). De s ch il en de
v ru c h te n worden te gelijk met (727) Pala en (878) Tjengkeh
(Noten en Kruidnagelen) bij bet koken van geiten vleesch gebezigd;
de b lad en bebben eene aangename lucht; zijn echter niet lekker
om te eten.
681. LIngseur. Zie Leungsier.
685. L Ip a of Wlpa (Nipa fructicosa Thnb.). De jo n g e b la den
worden afgekookt, dan op den eenen kant het vliesje afgeschrapt
en in stukken gesneden, om er tabak in te rollen, hetwelk
de cigaren der inlanders zijn, (zie (15) Aren)', de oude b lad en
worden voor het dekken der huizen aangewend, en staan gelijk aan
die van (602) Kirey. Over de jo n g e nog niet ontwikkelde b la den
zie (71G*) Njamploeny.
686. LIpoeng of P a t a t lipoeng (Phrynium laüfolium Bl. et
sp. div.). De b lad en worden tot het dekken der huizen (atap of
haieup lipoeng) gebruikt, als ook tot het inpakken van groenten enz.
687. LIsoe (Cheilosa montana Bl.). De b a s t wordt gestampt
en met Tjangkoedoe vermengd tot roodverwen van garen enz. De
jo n g e sp its e n der ta k k e n worden gegeten; de b lad en en b a s t
worden gewreven, met ( 1 0 5 ) vermengd en gedeeltelijk ingenomen,
gedeeltelijk op bet ligchaam ingewreven, indien iemand vergif
(?) heeft binnengekregen, zoodat bet bloed uit neusen mond loopt.
688. L Itjl (Nephelium Litchi Cmbsd). De v ru c b te n , welke
eenigzins op Bemboetan gelijken, worden gegeten en komen in smaak
met die van (374) Hoeh kassoer overeen.
689. L o a (Picus lucescens Bi.). Het h o u t is ligt, grof en
rood, en dient tot het maken van eetgereedscbappen, als doelang,