50
404. J a ssa . Zie Sassa,
243. Jattie. Zie Djattie.
249 enz. Jeroek. Zie Djeroek.
405. Jottang {Spilanthes Pseudo-acmella ei Sp. oleraceah.ß.
fu sca DC.). De bladen en bloemen Avorden fijn gewreven en in
den mond genomen bij tand- en kiespijn [sakkiet giegie polar
makkan di dalam, lain radjoen, kalloh kloear dara/).
U .
406. K ad ak a djoeaii [Smithia sensitiva A ll.). Dc geheele
p l a n t wordt gekookt en na koud geworden te zijn, gegeten bij ongemak
in bet wateren en graveel (kerkessun).
407. K ad ja r -k ad ja r ol Kareoh [Colocasia macrorhiza SCRXT.
eX púbera HssKl.). De wortel is niet lekker maar krasscnd van
smaak; de sappen uit de bladen worden tegen den hoest aanbevolen.
234. Kadjoe. Zie Djamboe mehdeli.
299. Kadoe. Zie Doeren.
408. Kadoerenau. Zie Kikadoe.
409. Kadoniaas of Kajoe poerieng [Codiaeum variegatum
Bl. et varr.). Heeft men magere buffels, zoo neemt men er jonge
takjes van, omtrent drie duimen lang en zooveel als men tus-
schen duim en voorvingcr kan vatten, stampt dit onder bijvoeging
van zout, doet er wat water bij en geeft dit aan de buffels te drinken,
waarop zij spoedig vet worden.
410. — aroy ( ...................... ?). De fijn gewrevene bladen worden
tegen scheurbuik in het tandvleesch ingewreven.
411. Kadongdong of H . tjina [Panax fruiicosum L. et P.
obiusum Bl.). Deze kleine hees ter wordt veelvuldig tot heiningen
aangeplant; ook worden de jonge bladen raauw gegeten; zij
hebben,eenen zuurachtigen smaak.
412K Kadongdong [PoupartiadulcisBl.). De vruchten van
dezen' boom zijn lekker om te eten en om [roedjak) eenen verkoelenden
drank daarvan te maken; zij zijn zoet met weinig zuurte.
411. — tjin a . Zie Kadongdong.
413. Kahitoetan (alle soorten) [MepMtidia et Sapròsma). De
onaangenaam riekende bladen worden fijn gewreven en ingenomen
bij opzetting des buiks door winden [proet bengkak, kloear angien).
ook vrouwen, die pas gekraamd bebben, drinken dit om spoedig
bersteld te worden; aan kinderen, die van wormen zijn geplaagd,
worden dezelve ook gegeven.
350. Kajoe a ra k . Zie Ilarrass.
414. — babl. Zie Kibanen.
923, djaran ot Koeda-koeda ook Kitjangkoeran
dias Wirtgenii HssKi.). Deze boom groeit zeer gemakkelijk, ja
men kan eenen boom aan den wortel afkappen en weder planten;
even zoo ligt groeijen ook oude takken, en bij is daarom bijzonder
goed te gebruiken, waar men spoedig eene ligte schaduw noodig
heeit; ook vindt men hem wel naast groote wegen aangeplant. Het
h o u t wordt gespleten eu dient zoo tot invatting van viechtwerk
[sokko soemboel enz.). De bladen en jonge spitsen der takken
worden raauw bij de rijst gegeten.
^19. — gaboes ot Kigaboes [Alstonia scholaris R. Br.). Het
bout is zeer week en wit, en laat zieh daarom zeer gemakkelijk tot
planken snijden, die echter slechts voor insectenkistjes enz. kunnen
worden gebruikt, waarvoor zij zeer gesehikt zijn, omdat de spelden
er zieh ligt laten insteken, zonder weder uit te vallen; voor bouw- of
meubelhout is hetzelve niet te gebruiken; men klopt dit ook wel
zoo lang, tot dat hetzelve eenige veerkracbt vertoont, en gebruikt
bet dan voor kurken.
914. — garoe. Zie Garoe mienjak.
416. — katoelampa badak , Katoelaiiipa b adak of Ka-
toetoenkoel b adak [Elaeocarpus macrophyllus Bl.). Het hout
is sterk, grot van aderen en wit; bet wordt van de witte mieren
enz. niet aangetast en tot huisbouw aangewend. De zure vruchten
worden raauw gegeten.
— Kawoyang ( ...................... ?). Het bout is grof van
aderen, dient ook wel tot huisbouw, bet wordt echter bgt van de
witte mieren aangedaan.
^^9. manies d jaw a of Kiamies [Cinnamonum Kiamis
Nees et C. iners Bl.) [hi = ktyoe = bout, amies = manies = zoet).
De bas t , nadat de buitenschil is afgeschrapt, wordt afgekookt en
dit water als thee gedronken; gedroogd wordt dezelve bewaard en
als specerij aangewend [boeboe makannan). De bladen worden
ook voor thee gebruikt; de vrucbten, hoewel bitter, zijn zeer door
dc vogelen gezocht en kunnen ook tot kaarsen maken gebruikt worden.