getast werdende, is daarom slechts gelijk te stellen aan dat Tan
Awt hauer geulies.
138. Awl haiier tjoetjoefc of Bamboe doerle [Bambusa
BlumeanaScRlT.). Het r i e t wordt veelvoudig tot waterhalen [tarn-
p a t ay er Mal. lodong Sund.) gebezigd; wil men het tot den huis-
bouw aanwenden, zoo moet men betzelve eerst eene maand in den
inoddep laten liggen, waardoor bet eene lucht bekomt, die dc bo-
vengenoemde vcrnielende insecten afweert. In kleine stukjes gesneden,
dient bet ook tot het dekken van huizen (szVoA).
139. — hiedung, Bamboe ietam of A. woeloeng [Bambusa
nigrahORR.'J). De jo n g e s p ru ite n zijn lekker; bet r ie t wordt
spoedig door insecten opgeknaagd.
137. — kouneng. Zie Awi bauer honneny.
140. — kriesik [Beesha Fax iiCRiT.). De jo n g e s p ru ite n ,
welkc zeer klein zijn, worden afgekookt en met groente toebereid,
zijnde lekker om te eten.
141. — mayaug [Bambusa sp.). De ju n g e s p ru ite n zijn,
lekker om te eten; liet groote r ie t wordt voor stellaadjes, laddera,
voetmatten [paloepoe) en wateremmers gebruikt.
142. — tamieang [Bamusa verticillata WlD.). De jo n g e
s p ru ite n worden ook wel gegeten, zijn echter niet lekker en wrang;
het r ie t wordt dikwijls voor blaasroeren [soempietan) gebruikt.
143. — tjangkorrefa of Tjangkorreh gedeh [Wastus Tjang-
kori'eh ScttiT.). De sappen van dezen klimmenden bamboes worden
als oogwaschwaler gebruikt, zoowel bij ziekten derzelven als ook
om ze beider te maken. Zij worden gedronken bij groote schürft
[radany) cn ook wel op deze gegoten. De jo n g e sp its e n worden
in asch gebraden en dadelijk, na koud geworden te zijn, door lieden
gegeten, die aan kleine wormtjes lijden ; bet wordt voorondersteld,
dat deze wormen bij kinderen tot zelfs in de oogen zullen komen
cn deze blind maken!! De ra n k e n zijn bijzonder sterk tot viechtwerk
[simpaai) bij waterwerken, als dämmen enz. om de steenen
z ^ e n te bouden; zij worden ook gespleten en tot het zamenhoudea
van heiningen [pahkeh haloeng Sund.) gebezigd.
144. — tjangkuttak [Bambusa sp.). De jo n g e s p ru ite a
zijn lekker om te eten. Het r ie t wordt tot beschot der huizea
[bilih) e* tot het vastbinden der dakbladen [oesoek-oesoeh) aangewend.
145. Awi toetoel (ÄowÄasasp.) Het r ie t wordt Jigt door de
insekten verteerd; en dient daarom ook minder tot huisbouw, meer
echter om stoelen, hoofdzakelijk dc bewegelijke leuningstoelen, si-
gai'enkokers en dergelijke daarvan te maken, waartoe zij door dc
schoone vlekken en den glans der oppervlakte bijzonder gesehikt zijn.
139. — woeloeng. Zie Awi hieduny.
146. Ayapana of Djoekoet prasman (ookfransman [Eupa-
torium Ayapana Vent.). De jonge ta k k e n en b lad en worden
als thee hebandeld en bij hoofdpijn en ook als zweetdrijvend middel
aangewend. De b la d e n , fijn gewreven zijnde, worden bij hoofdpijn
op het voorboofd gedaan, en ook op wonden met wormen gelegd,
waarna de M'ormen sterven en de wond zuiver wordt.
B.
147. Dabadottan of Djoekoet baanw [Ageratum conyzoides
L. cum var.). De fijn gestoten of gewreven w o rte len worden over
het gebcele ligchaam ingewreven bij bitte of ongemakkelijkheid van
hetzelve [sakkiet badan pannas atau tra-enak sa^'a). De ge-
droogde w o rte len worden in plaats van thee gebruikt. Heeft
men onrijpe pisang, die men spoedig tot rijpheid wil brengen, zoo
moet men ze tegelijk met de ta k k e n en b la d e n biervan in de
aarde of op het dak leggen; en wel eene laag dezer bladen afwisse-
lend met eene laag p isang, en de laatste met de bladen der eerste
bedekken.
148. Babawangan of Benoh [Pancratium cordatum). De
geheele p la n t wordt als een bijgeloovig middel bij ziekte der rijst-
plantsoenen gebruikt, z\e [188) Aroy sanyalanyhit. De wortelen
worden gestampt en op den buik bij koortsen ingewreven [sakkit
demoem Mai. moeriam Sund.).
149. Badorie [CalotropisgiganteaB.BR.). De wortelen worden
fijn gestampt en met fijn rijstmeel [bedak) vermengd en bij
vermoeijenis of zwaarte in de voeten, deze daarmede ingesmeerd. De
m e lk sap wordt bij kies- of tandpijn op de pijnbjke deelen ingewreven.
150. Bajem of ^engang [Amarawfhus oleraceus L. et sp.div.
Celosia sp.). De jo n g e t a k k e a en bladen worden als groente
veelvuldig gebruikt en dienen meestal in plaats van spinazic.