
1:2 ' A L C E D O AZUREA.
De lengte der vleugels bedraagt 34 tot 36 lijnen; die van den staart 15 lijnen;
die van den bek 16 tot 20 lijnen.
Deze soort werd door onze reizigers op het eiland Batjan en aan de westkust
van Nieuw Guinea, in de baai Lobo.waargenomen. Zij komt ook op de Aroeeilanden
en in het grootste gedeelte van Australië tot Tasmanië voor.
A L C E D O S O L I T A R I A .
Plaat 3, fig. 5.
Deze soort stelt den Alcedo azurea in eenen kleinen maatstaf voor. Zij heeft
ook dezelfde kleurverdeeling, maar het ros der onderdeden is licht en geelachtig,
de staartpennen en de groote vlekken aan de zijden van de borst zijn bruinachtig
zwart, het blaauw van den bovenkop en de vleugels vertoont zich slechts als
kleine ronde vlekken die het einde der vederen innemen, en de bek is geheel zwart.
De geheele lengte van dezen vogel bedraagt ongeveer 4 en een halven duim,
die der vleugels 24 tot 25 lijnen, die van den staart 9 lijnen, van den bek 15 lijnen.
Deze kleine soort werd door onze reizigers te Wahaai op de Noordkust van
Ceram en in de baai Lobo op de Westkust van Nieuw-Guinea aangetroffen. Zij
komt ook op de Aroe-eilanden voor. Zij schijnt, hetzij zeldzaam te zijn , hetzij wegens
hare kleinheid of verscholene levenswijze, veelal de nasporingen der jagers te ontgaan.
A L C E D O P U S I L L A .
Plaat 3, fig. 0.
Deze soort is even zeldzaam en nog kleiner dan de Alcedo solitaria. Zij stemt,
ten opzigte harer kleuren, met Alcedo azurea overeen, maar de roestgele tinten
worden door zuiver wit vervangen, het blaauw strekt zich over de zijden van
den geheelen romp uit, de bek is geheel zwart, en ook de pooten zijn zwartachtig,
in plaats van rood. Laatsgenoemd kenmerk, en het wit harer onderdeelen
doen deze soort ook oogenblikkelijk van den Alcedo solitaria onderscheiden.
ALCEDO PUSILLA. 13
De lengte der vleugels bedraagt 25 lijnen, die van den staart 8 lijnen, van
den bek J2 lijnen.
Deze kleine Ijsvogel werd door onze reizigers in de baai Lobo aan de Westkust
van Nieuw-Guinea waargenomen. Hij komt intusschen ook op sommige
I'apoe- en de Aroe-eilanden en aan de Noordkust van Australië voor.
DE BOSCH-IJSVOGELS.
D A C E L O .
De Bosch-IJsvogels zijn in het algemeen gekenschetst doordien hun bek
min of meer afgeplat en breed, van boven in den regel afgerond en meestal
rood van kleur is. Vele soorten bereiken eene aanmerkelijke grootte. Hare vlugt
is veel minder schielijk dan die der Visch-Ijsvogels, en de meesten schijnen, in
plaats van visschen, van ander voedsel te leven, te weten: de groote soorten
van kruipende dieren, krabben, wormen of zelfs van weekdieren, de kleine soorten
van insekten. Deze onderafdeeling is talrijker aan soorten dan die der Visch-
IJsvogels. Zij bewonen uitsluitend Afrika, Azië en Australië, vervangen zelfs
geheel en al de plaats der Visch-IJsvogels op de eilanden der Zuidzee, en zijn
vooral menigvuldig in den Indischen Archipel.
A. Soorten met 4 teenen, 6 paar staartpennen, en eenen afgeronden, middelmatigen
of korten staart.
D A C E L O G A U D I C H A U D I I .
Plaat 4 , fig. 2, 3, 4.
Dit is de grootste soort van Bosch-IJsvogels die onze Nederlandsche Overzeesche
bezittingen bewoont. Zij is buitendien zeer kennelijk, doordien haar bek in