DE IJSVOGELS.
De Ijsvogels vormen met de Bijeneters, de Motmots, de Todus en de Neushoornvogels
eene, aan soorten tamelijk talrijke familie van vogels, die allen
onderling overeenstemmen doordien de buiten- en middeltcen van hunne, naar
evenredigheid, veelal kleine pooten, over het grootste gedeelte van hunne lengte
zamengegroeid zijn. De Motmots en Todus zijn geheel op Amerika beperkt, de
Neushoornvogels op het heete en warme Afrika en Azië tot Nieuw-Guinea; de
Bijeneters komen in de gehcele oude wereld voor, terwijl de Ijsvogels over alle
werelddeelen verspreid zijn. De Bijeneters sluiten zich ten naauwste aan de Ijsvogels
aan; de Motmots wederom in verschillende opzigten aan de Bijeneters;
de Neushoornvogels daarentegen wijken van al deze vogels af door hunne grootte,
hun stevig maaksel en door dat hun zeer groote bek van een min of meer ontwikkeld
bovenstuk voorzien en van binnen veelal hol is.
Vele soorten van Ijsvogels doen door hunne grootte aan eene musch, leeuw-
1